Column Februari 2012 nr. 60
Uitgekletst
Mijn eerste column zag in maart 2007 het levenslicht. De zelfgestelde opdracht was verbanden te leggen tussen verleden en heden. Actualiteit puttend uit de dagelijkse media en eigen ervaringen - de historie uit drie dagboeken waarin vijf jaar avonturen van mijn muzikale verleden staan. Het getal zestig alleen al is een magisch iets voor een sixties muzikant die in Sixties Alive participeert en zestig columns over de zestiger jaren schrijft. Ik kan dus met een gerust hart stoppen met deze columns. De andere reden is fundamenteler. Het heden gaat door. We verdrinken dagelijks in nieuwe ervaringen en zwelgen in hot news maar de geschreven geschiedenis is eindig, helemaal op. Veel onderwerpen die ter sprake zijn gekomen, komen vaak routinematig terug in een dagboek. Bezorgd-zijn om een goed geluid staat bijna bij ieder optreden. Vervoersperikelen minstens een maal per dagboekmaand. De meeste onderwerpen komen weliswaar in diverse toonaarden voor maar zijn voor een columnist slechts een of twee keer bruikbaar. Kortom: ik ben op dit gebied uitgekletst want het interessantste en het pregnantste is gezegd. De suggestie om de tientallen moderne muziekstromen te vergelijken met die van vroeger, is aan mij niet besteed. De nieuwerikken gaan meestal langs mij heen; alleen wat hedendaagse jazz en wereldmuziek raken mij. Ik ontdek wel dat ik steeds meer luister naar de muziek uit de veertiger jaren. Waarschijnlijk in een diepliggend deel van mijn geheugen opgeslagen toen ik dagelijks als langdurig boxrecreant dichtbij de distributieradio stond. Maar ja, dat scheelt weer twintig jaar. Nog één evaluatieve opmerking: ik vond het leuk om te doen, kreeg veel mondelinge reacties en schriftelijk maar drie. De enige column waarover vooral mannen pissig waren, was nummer 18 over de gevolgen van druppel-incontinentie wanneer oude muzikanten lichte broeken dragen. En van die kritiek zakte mij de broek echt niet af.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Column Januari 2012 nr. 59
Spaanse toestanden
De bestuurlijke affaire van Cruijff met Ajax stond dagelijks op de voorpagina. Op You Tube zag ik Sinterklazen te water raken, van hun paard donderen en Zwarte Pieten onbedoelde salto’s maken. Pasklare zaken voor mijn column. Een voetbalvereniging huurde ons in voor hun Sinterklaasfeest. Wij moesten daarbij zelf een Sinterklaas regelen. Over Zwarte Pieten werd niet gerept. Wij grepen die kans om weer eens verkleed op het toneel te verschijnen. Een broer van een der bandleden had een kostuumverhuurbedrijf en voorzag ons van Sint en Pietenpakjes. Die Sinterklaas vinden bleek moeilijker. Uiteindelijk offerde mijn vader zich op en ging helemaal op in zijn sinterklazendom. Aan het touw om zijn middel dat zijn ondertabberd (heet dat zo?) ophield, hing hij een fles jenever als mascotte. Tijdens ons openingsnummer stond Sint heftig rokend tussen de coulissen, bijna zijn kunststofbaard in de fik en waarschijnlijk daarmee de zaal. De samenzweerders van de voetbalclub hadden het grote boek ingevuld waaruit Sinterklaas moest citeren. Dat deed Sint gedwee maar door opmerkingen en heftige commentaren uit de zaal bleek dat het lang niet allemaal koek en ei was in de vereniging. Er ontrolde zich een complete machtstrijd over de rug van de goede Sint. Die werd - geholpen door de inhoud van zijn mascotte – wel steeds humoristischer. Dat redde de avond samen met onze tot meezingen dwingende Sinterklaasliederen. Zo kwam het op één avond allemaal goed. Dat lijkt niet te lukken met die andere man uit Spanje en dat cluppie. Ik adviseer een wijze rechter dan ook na te gaan wie van de direct betrokkenen al instrumenten bespelen. Enige keren samen stevig oefenen, smeedt een band. Voor trainers en spelers wordt een smartlappenkoor opgericht voor de close-harmony. Helpt dat nóg niet dan kan de jeneverfles tevoorschijn gehaald worden anders krijgen ze het Spaans benauwd.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Column december 2011 nr. 58
Schimmelcultuur
Kleinzoonlief vond dit weekend een tak met paddenstoelen. Daarbij welden flink wat vragen op. Voor enkele antwoorden zocht opa zijn heil bij Google. Paddenstoelen en schimmels werden in een adem genoemd. Daardoor verscheen het artikel Duitsland moet een schimmelpolitie krijgen. Mijn nostalgiehormonen reageerden onmiddellijk op een zinsnede daarin: ‘schimmels gedijen bij te veel vocht in de woning en zijn gevaarlijk voor de volksgezondheid’. Onze band ontsnapte destijds dus aan een groot gevaar! Wij droegen kostuums die wij vóór en ná het spelen rap aan- en uittrokken. Dat moest snel gebeuren anders was je mogelijke lieverdje er misschien al met een ander vandoor. Waarom dan niet dat pakje aanhouden en je na de zoenpartij rustig omkleden? Dat was onmogelijk. 1.Vers zweet stinkt niet maar oud des temeer; onze kledij ging eens per half jaar naar de stomerij. (Niet aan denken wanneer je de dame van je dromen in week 26 zou ontmoeten). 2. Een avond rocken maakt aardig wat transpiratie vrij. Daardoor werd je textiel behoorlijk nat. (En dat is ellendig koud wanneer je buiten staat te scharrelen). Deze problemen losten we keurig op door een theekist te verbouwen tot klerenkist. Zondagavond na het spelen alles hup de kist in en de volgende zaterdag er weer uit. Schimmels gedijen in een vochtige woning maar ze explodéren in een afgesloten kist. Regelmatig lag er op onze donkerblauwe colberts en broeken een grijs waasje. Frappant: niemand werd ooit ziek van deze schimmelcultuur. Een bewijs dat ons immuunsysteem behoorlijk ontwikkeld werd. In de huidige crisistijd zie ik daar opeens het nut van in: kom je totaal berooid letterlijk op straat te staan, kun je zonder problemen een supervoordelig doch vochtig kraakpandje betrekken. Dat redt je van de ondergang. Maar ho ho, je moet natuurlijk wel muzikant geweest zijn en een klerenkist hebben gebruikt.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
November 2011 nr. 57
Fanatieke fans
Ik woon dichtbij het Gelredome waar de groten der pop-aarde optreden. Als frequente OV-reiziger hoor je op jet station toestromende bezoekers hun diepgekleurde mening geven over hun ster. Ook wij hadden fans. Voor hen was het leuk dat wij ze na een tijdje als zodanig herkenden. Geweldig voor hen was dat je via de microfoon de zaal vertelde dat HIJ of ZIJ er weer was. Het ultieme was dat je als fan op het podium naast je helden kon staan. Zo was er Frans die op een eierbedrijf werkte en op ons verzoek eens een doos eieren meenam. Hij glunderde van oor tot oor toen hij zijn doos op het podium mocht aanbieden. Een spontanere aanpak had de vaste ploeg uit Dalfsen. Zij reden op weg naar ons een haas aan. Deze legde acuut het loodje maar was nog redelijk intact. Dus werd het wildmenu met veel poeha op het podium aangeboden. Ook bestond er een categorie dames die hun adoratie voor de band als geheel wilden tonen maar vooral een doorbraak in hun privéleven wilden forceren middels een bandlid. De geijkte tactiek was aan de beoogde een verzoeknummer te vragen. Maar de fans die onvoorwaardelijk door dik en dun gingen, waren mijn ouders. Zij tolereerden een jaar een beginnende band op zoonliefs slaapkamer; een zwiepende lamp in de woonkamer door stampende voeten om de maat te houden; zij vervoerden de band naar danszalen; evacueerden ons ’s nachts wanneer wij met autopech aan de kant stonden; schoten geld voor zonder ene cent rente; gingen kijken hoe die bende het er muzikaal afbracht. Hun dienstbaarheid was eigenlijk abnormaal. Maar nu ik zelf (klein)kinderen heb – die niet in een band spelen maar andere hobby’s hebben - vind ik dat soort service hééééél normaal want ik ben hun meest fanatieke fan.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Oktober 2011 nr. 56
Weg met somberheid en crisis
Sombere voorspellingen op Prinsjesdag 2011. De overheid kan minder besteden en iedereen gaat dat aan den lijve voelen. Gelukkig ligt het begrip duurzaamheid tegenwoordig goed in het gehoor en creativiteit ook. Dat heft de crisis vast op. Jaren vóór Mark Rutte geboren werd, stonden wij voor duurzaam hergebruik en losten begrotingsgaten al creatief en betaalbaar op. Weinig geld maar wat mankeerde, kwam er uiteindelijk toch. Neem een luidsprekerbox. Een timmerman werd benaderd voor ambachtelijke productie. Citaten dagboek rondom Prinsjesdag 1961. 11 september‘’Ik kon kiezen tussen een box van f.80 of een van f.50. Dit is waanzinnig om een arme muzikant zo’n poot uit te trekken. Dus heb ik maar een veilingkistje genomen dat bekleed wordt met triplex. De vader van .. verzorgt dat keurig (Had je niet gedacht voor f.15 als je de box ziet.)’’ . 24 september: We hebben een drumstel. Het staat voor een grote schoonmaak- en verfbeurt bij mij in huis’’. 27 september: Ik heb de luidsprekerbox in huis. 28 september : Ik heb het ijzeren kastje om de versterker opgespoten. Nu moet ik aan Y vragen of hij dat kastje op de versterker wil monteren. Niet alleen investeringen kregen aandacht; op kantoorkosten werd eveneens gelet. 1 oktober: Ik heb een schrift gekaaid van De Pille (directeur Mulo) waarin ik nu alle nummers schrijf. In alle jaren daarna groeide ons instrumentarium – ook via leningen. Echter onze bandschuld duurde nooit langer dan een half jaar. Inschakeling van vrienden, vaders, broers, tantes, buurmeisjes brachten ons meestal verder; tegenwoordig actief burgerschap genoemd. Dit versterkte de vriendschappen en onderlinge solidariteit. Dus politici, bankiers en gewone burgers opgelet. Kom gauw langs voor een goed gesprek over deze langdurig beproefde succesvolle werkwijze die duurzaamheid, creativiteit, schuldenaanpak en burgerschapsvorming koppelt. Dat bespaart veel geld en maakt bijna iedereen gelukkiger.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
September 2011 nr. 55
Vakantienatheid
Deze weken vaak beelden gezien van natte vakantiegangers. Ploeterend in de regen en vertwijfeld in de lens kijkend. Ik reageer van ‘oh zielig’ tot ‘beter dan een all-inclusive vakantie’. De taferelen brachten herinneringen van een kampeervakantie naar Cochem met bandgenoten. In een Volkswagenbusje stouwden wij kampeeruitrusting, bagage, een half instrumentarium en zes personen. De gehuurde krappe zespersoon tent kostte weinig en had een enorme vetvlek op het achterdoek. Waarschijnlijk gemaakt doordat een vorige huurder een juskom ontwijken moest. Onze tent zetten wij op aan de Moezel. Zondagochtend zaten wij in pyjama voor onze tent wat muziek te maken. Voor eigen genoegen maar ook om meisjes verderop te imponeren. Dat lukte met de muziek niet zo en ik werd uitgedaagd om met mijn zondagse pak de rivier te doorwaden. Toentertijd nam je ook je zondagse pak met stropdas mee. Mijn moeder waarschuwde mij dit niet te doen. Maar nee, ik wilde er piekfijn uitzien wanneer wij ’s avonds stappen gingen. Toen de uitdaging in een weddenschap uitliep, de premie opliep tot een krat bier, wisselde ik van textiel en liep tot aan mijn nek door het algenrijke water naar de andere kant van de rivier. Op de terugweg met een schuin oog naar de dames gekeken maar ook nu gaven ze geen krimp. Op advies van het dienstplichtige bandlid colbert en broek onder de matrasjes gelegd om te drogen en de vouw erin te krijgen. Thuisgekomen verzamelde mijn moeder het wasgoed en vroeg argwanend: Is je pak naar de stomerij geweest? Wat is er gebeurd? Helaas niets, want die zondagmiddag arriveerden de vriendjes van de dames en werd een idylle wreed verstoord. Daardoor komt telkens dezelfde vraag bij mij op wanneer ik in de media natte vakantiegangers zie – zouden ze doorploeteren voor de romantiek of zijn ze werkelijk zo stoer?
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Augustus 2011 nr. 54
De Favoriten
(1955-1961)
Generatiekloof dichten.
Onze vroegere bandleider werd 70 jaar. Dat betekende feestvieren en lekker muziek maken. Sessiemuzikanten zeer welkom! Deze keer bespeelde een dertiger fabelachtig zijn steelguitar. Probleempje: hij miste een flink deel van ons zestigerjaren repertoire - wij kenden het repertoire van de afgelopen twintig jaar onvoldoende. De lol bestond er dus uit om meer van elkaars muzikale tijdperk te ontdekken. Dat was eind jaren vijftig / begin jaren zestig niet anders. Toen speelde het keurig nette ballroomstrijkje De Favorieten voor volle zalen die allengs leger werden. Zij kozen de ‘nette’ kant van de muziekwereld geïnspireerd door de eerste tv-shows waarin zeer nette muzikanten zeer nette muziek maakten voor zeer nette omroepen. Hoewel leeftijdsgenoten, transformeerde de Las Cubanas zich in diezelfde tijd van makers van vrolijke dansmuziek tot een heuse rockband. Zij maakten die oversteek vooral door te luisteren naar de steeds populairder wordende ruige jongens zoals Bill Haley, Little Richard en Elvis. Ernaar kijken hielp ook: de bioscoopjournaals toonden flitsen van concerten waar rebelse jongeren onbekommerd hele danstenten afbraken. De Favorieten waren binnen een drietal jaren verdwenen. De Cubanas gingen nog twintig jaar door; populair bij opeenvolgende generaties jongvolk. Leren is dus ook luisteren en kijken naar het doen en laten van andere generaties. Je blijft bij en ontdekt nieuwigheden – goed of minder goed. Die ontdekkingsdrang mis ik nogal eens bij mijn leeftijdsgenoten. In muziekland van hetzelfde laken een pak. Veel jongeren zijn enthousiast over wat Beatles, Stones en andere toppers uit de sixties brachten. Mijn leeftijdsgenoten verdiepen zich echter te weinig in actuele muziek. In ons maandelijkse muziekcafé in DOK h2o zit meestal een special acts over een sixties-held zoals Fats of Cliff. Advies aan de programmeurs: wijk hier één keer van af. Pak muzikale helden anno 2011 om een generatieravijn te dichten. Suggesties welkom - K3 misschien?
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Juli 2011 nr. 53
Klein leed
Op de Brink weer het jaarlijkse Sixties On Tour festival meegemaakt. Als stagemanager van Truck 5 had ik het genoegen More Life en Fools of Funk in het gareel te houden. Dat lukte prima – geweldige lui - en bij de opbouw bij Dok H20 bleef genoeg tijd over om bij andere trucks te koekeloeren. Waren er grote verschillen met vroeger te constateren? Absoluut wat betreft de apparatuur en de gemiddelde leeftijd der muzikanten. Ook klein leed was herkenbaar maar dat kwam vroeger en nu op hetzelfde neer. Allereerst de te kleine podia. De oppervlakte van een truck is te beperkt voor een wervelende show. Vroeger hetzelfde euvel wanneer je de hele band plus geluidsinstallatie op een biljart moest neerzetten. Het op- en afklimmen zonder trapje was een aanvullend probleem (een truck bestijgen met oude botten des te meer). Dan was er het bandlid dat plots ziek werd; de band moest het komende weekend wel spelen. Hopelijk had de invaller wel het repertoire in de vingers en beoefenende geen free-style jazz als opleuker van jouw top 40 muziek. Op de Brink viel zonder te kunnen oefenen een jazz-drummer in die zich uitstekend weerde in de sixty-style. Ander klein leed: het uitvallen van een chauffeur en op het laatste moment een nieuwe moeten zoeken. Of minder afhankelijk van plotse jobstijdingen de vraag of je kleding past bij het evenement. Hier past een pluim voor de Chop-dames. Op de Brink maakten zij muziek in vintagekleding uit de jaren zestig. Zij hadden zelfs gediscussieerd over de make-up van die jaren. Helaas viel niemand het wulpse streepje boven hun ogen op. Een liefhebber van een van de dames maakte mij daarop attent. Dan besef je wat een heerlijke impact die zestiger jaren toch hadden en gelukkig nog steeds hebben. Volgend jaar dus weer?
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Juni 2011 nr. 52
Events
Eergisteren naar een weekmarkt in een multi-cultiwijk geweest. Ik kom daar vaker; speciaal voor kruiden: groter assortiment, betere kwaliteit, stukken voordeliger. Tussen het witte, gele en zwarte - grotendeels jonge - volk hoorde ik opeens een accordeon. Een tiental oudere mannen en vrouwen in Overijsselse boerenkledij begon te klompendansen. Ik weet niet hoe het liedje heette maar kende het wel. Derk Kok zong het vaak op onze gitaarles. Met een scabreuze tekst die ik dan ook meteen zachtjes meezong. Mijn vrouw keek mij vernietigend aan. Naast ons stond een jonge man die met grote letters op zijn shirt aangaf dat hij van het organiserende eventbureau was. Daar schrok ik even van: ik keek naar een event! met naast mij de dienstdoend eventmanager! Ik bedacht dat ik vroeger aan honderden events had meegedaan. Wat een gemis en gestuntel moet dat zijn geweest: zonder eventmanager en zonder meerkosten voor het bedenken van creatieve acts. Het ergste was eigenlijk dat wij toen niet beseften dat wij met een event bezig waren. Thuis gauw de site van Sixties Alive opgezocht. Hallo!, daar wordt zónder eventmanager gewerkt!!!! Dat dit anno 2011 nog mogelijk is want de eventmanager vertelde mij dat bla, bla, bla je tegenwoordig als organisatie niet zonder eventmanager kunt omdat het anders een zootje wordt. Ik wilde hem van repliek dienen maar hij was al weer weg om de dansers naar een andere plek op de markt te dirigeren. Pffff vast een stressige situatie voor het provinciale boerenvolkje. Dat was misgedacht – die oudjes hadden overal mooi lak aan. Bij het verlaten van de markt zag ik ze op het terras van de dichtstbijzijnde kroeg aan de jenever. Geflankeerd door twee lachende, gigantische, zeer donkere meiden die hun versie op hun cultuur al wiegend uitlegden. Een prachtig gezicht – en dat alles zonder eventmanager.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Mei 2011 nr. 51
The White Comets
What’s in a name?
Opmerkelijk aanplakbiljet gezien in Amsterdam: mooie zwarte jongen waarschijnlijk zanger met als band zoiets als De Zonnebanken. Ik wilde ze nagaan op internet maar was hun namen vergeten. Dus gezocht op ‘Amsterdamse bands’. Veel bands en mooie namen. Ik vraag mij toch altijd af welke soort muziek zo’n band maakt en welke mensen er achter zitten. Doorklikken en je weet het. Maar sommige bandnamen kunnen je ook tegenhouden. Zou een gescheiden man de band Volgende X beter of Linke soep contracteren voor zijn tweede bruiloft? Bij mij borrelt dan tevens de vraag op hoe je aan zo’n naam komt. In mijn dagboek te rade gegaan hoe het ons verging. Op pagina 3 van het eerste boek stond het. Op 25 februari werd onze band opgericht en zochten wij driftig naar een naam. Geopperd werden: IJssel Jacks en De Zware Jongens maar het werd The Demons. Niet voor lang. Op 12 maart was ons eerste optreden in een katholieke instelling. Daar vonden ze de naam niet passend. De volgende dagen samen piekeren waarbij de druk werd opgevoerd toen op 5 april Dejoko ons contracteerde voor 23 april en zij op 19 april de advertentie moesten opgeven. Op 18 april werd het ei gelegd: The Starfighters. Met een tweeledige uitleg. Ten eerste konden we meeliften op alle publiciteit van het vliegtuig dat de luchtmacht net had aangeschaft. Ten tweede gingen we als sterrenvechters de strijd aanbinden met andere bands met verwijzingen naar lucht, hemellichamen, vliegmachines en andere fighters. Keuze zat want in onze regio had je Flying Jewels, Blue White Rockets, Red Stars, Skybolts, Valiant Fighters en de Red White en Blue Comets. In de naamkeuze speelde de mode duchtig mee maar de concurrentie bleef in stand: to be(at) or not to be(at). Zo zal het altijd blijven.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
April 2011 nr. 50
50-jarige artiestenjubilea
Dit is mijn 50e column en in mijn dagboek las ik dat mijn oude band precies 50 jaar geleden haar naam kreeg. Dus op internet gezocht naar artiesten en bands die ook 50 jaar tevoren aan de weg begonnen te timmeren. De site van Omroep Max meldde daarvan twee exemplaren. Mevrouw Telkamp; zij is nog steeds de weg niet kwijt ondanks haar vraagstelling in d’r hit Waarheen Waarvoor. En haar vriendin Anneke Grönloh die vorig jaar 50 jaar met Brandend Zand in haar eigen Paradiso vertoefde. Ach, wees eerlijk, wat is 50 jaar in het vak? Doordat de babyboomgeneratie haar dagelijkse portie nostalgie en jeugdsentiment wenst te consumeren is er gelukkig voor deze artiesten wederom een markt. Dat is ze gegund. Echter, we hadden toch jaren niets meer van deze dames gehoord? Goed, ze zullen ongetwijfeld zo nu en dan in obscure achterzaaltjes en bejaardenhuizen hebben opgetreden. Ongetwijfeld lieten zij hun (klein)kinderen tussen de schuifdeuren zien hoe ze ooit begonnen waren. Zo schraap je ongetwijfeld vijftig artiestenjaren bij elkaar. Zo’n telling is bij de muzikanten van onze band ook doenlijk. Wij werden in 2001 weer zichtbaar door het optreden in De Scheg. Daarna een tijdje maandelijks lekker pieren totdat werkzaamheden en reisafstanden ons parten gingen spelen. Uiteindelijk is er nog één muzikant van onze band volop in Deventer bezig. Ben van Raan. Hij is op twee fronten actief: als sologitarist van What’s up Doc – daardoor komt hij in het vijftig-jaar-artiesten-jubileumploegje met Mieke en Anneke. Bij Sixties Alive viert hij een ander jubileum: vijf jaar superactief secretaris – zonder hem waren we nooit zo ver gekomen. In het huidige Europees Jaar van de Vrijwilliger mogen we best eens bij die twee jubilea van Ben stilstaan – ga hem dus volgende keer uitbundig feliciteren. Dan weet ik meteen wie mijn columns leest.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
***
Maart 2011 nr. 49
Revolutionaire tijden
De laatste weken staat bijna de hele Arabische wereld op zijn kop. Het zal nog wel een tijdje duren voordat de laatste dictator of despotische vorst van het wereldtoneel verdwenen is. De inmiddels ex-president Mubarak van Egypte werd in kranten de moderne farao genoemd. Dat bracht mij enige associaties. De eerste die bij mij opkwam was Sam The Sham And The Pharaohs die begin zestiger jaren de wereldhit Wooly Bully maakten. Met een tekst die op de plaat geheel onverstaanbaar was. Herlees je de tekst op internet dan kun je zelfs zonder enige kennis van het Engelse zien dat deze totaal nietszeggend was. Daarna volgden de gedachten elkaar op. Ik associeerde de Arabische dictators met de alleenheersers in de muziekwereld beginjaren zestig. Dat waren op lokaal niveau de al eerder in deze columns genoemde dansmeesters: ‘niet te wild – nu een walsje’. Pastoors: ‘hier mogen alleen katholieke jongeren met elkaar dansen’. En zaaleigenaren: op het podium moeten minstens 30 mensen zitten’. (Inter)nationaal waren het de platenbonzen die de muzikale lakens onverbiddelijk uitdeelden. Let eens op het bijna ridicuul articuleren van Johny Lion in Sophietje. De doorbraak kwam bij de Beatles die zelf mochten uitmaken hoe hun songs op de plaat kwamen. Dit was een commercieel succes en daarmee kwam de macht grotendeels in handen van getalenteerde muzikanten te liggen. Ik weet het – iedere vergelijking met de huidige bloedige revoluties vol menselijke tragedies gaat mank. De gepreekte revolutie van de zestigerjaren was daarbij een lieflijk voortkabbelend gebeuren. Een revolutionaire doorbraak in de popwereld kwam pas jaren later via de computer. Iedere (on)getalenteerde musicus kan nu op zijn zolderkamertje zijn eigen plaat plus videoclip produceren en via You Tube gratis op de markt brengen. Dan gaat de vergelijking met de Arabische wereld wel degelijk op: voor beiden is internet een zegen.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Februari 2011 nr. 48
Politie op missie
Politiek Den Haag staat op scherp. Gaat Nederland politieagenten opleiden in Afghanistan? En zo ja, dan moet het degelijk gebeuren. In de begin jaren zestig worstelde ook Nederland er schijnbaar mee agenten goed op te leiden. Onervaren jonge agenten lieten nogal eens een steekje vallen. En anders provoceerde de jeugd ze daartoe. Een meesterprovocateur was onze drummer. Wij gingen na het oefenen weleens naar hotel Royal. Daar speelden toen kleine combo’s. Op een avond verlieten wij ons oefenlokaal op weg naar Royal. Al fietsend en onze zangpartijen luid herhalend. Dat trok de aandacht van een jonge agent met hoogblozende wangen. Hem viel op dat de fiets van onze drummer geen achterlicht voerde. Dat klopte want op het spatbord was amper verf te zien. Ook bevond zich daar een groot roestig gat op de plek waar ooit een achterlicht zat. De agent: ‘je hebt geen achterlicht’. Meteen kreeg hij een roffel woorden terug: ‘dat kan niet, vorige week deed-tie het nog’ enzovoort. De agent vroeg daarop de naam aan zijn verdachte. Deze gaf standaard dezelfde valse naam en een niet-bestaand adres op. Daarna zei de agent heel schappelijk: ‘als je nu lopend verder gaat, krijg je geen bekeuring; betrap ik je nóg een keer dan ga je op de bon. En wees gewaarschuwd: ik onthoud altijd alle gezichten’. Binnen een maand werd onze trommelaar wéér aangehouden, wéér voor hetzelfde delict en wéér door dezelfde agent. De act was compleet identiek. Wéér waren de laatste woorden van oom agent: ‘wees gewaarschuwd: ik onthoud altijd alle gezichten’. Sindsdien geloof ik vast in de woorden die je vaak in de krant ziet: Herhaling is de kracht van de reclame. Wel heb ik ernstige twijfel of zoiets ook geldt voor aanbiedingen van onze politieagenten – helemaal nu ze van hun bonnenquotum af zijn.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
top pagina
***
Januari 2011 nr. 47
Winterleed
Vorige week op het tv-programma Ochtendspits gehoord dat het ‘’werkelijk om een nationale ramp’’ ging. Dit betrof de verkeerssituatie. Er lag inderdaad een flink pak sneeuw maar na enkele dagen waren de wegen weer redelijk berijdbaar. Als 17-jarige maakte ik de winter van 1962/63 mee – grotendeels bekend om de barre Elfstedentocht. Minder bekend zijn de toenmalige belevenissen van de gewone man – laat staan van de gewone band. Zo meldt mijn dagboek op 20 januari over een optreden in Wilp: ‘’Na geploegd te hebben door hopen sneeuw kwamen we eindelijk bij de Smidse aan waar om 8 uur ongeveer 50 mensen de 15 graden vorst getrotseerd hadden. Dit aantal werd aangevuld tot zo’n 120 mensen’’. Op 3 februari naar Rheine in Duitsland. Bar en boos: sneeuw, vorst, ijzel en net niet uitgegraven te hoeven worden. Dat gaat zo drie maanden door. Niks geklaag, niks nationale ramp. De uitzonderlijke situatie werd na een paar weekjes betrekkelijk gewoontjes. Vaak werd de helpende hand uitgestoken. Zo moesten we optreden voor een autobandenbedrijf en werden wij opgehaald door een toen al met winterbanden uitgeruste auto. Daarin werden dagelijks fikse porties banden getransporteerd gezien de penetrante rubberlucht. Héén geen probleem maar terug des te meer. De vrouw van onze privéchauffeur reed mee doch de combinatie drank en rubberluchtje werd haar teveel. Een bandlid zat naast haar in zijn nieuwe winterjas die door haar na 500 meter stomerij-rijp gemaakt werd. Dit is het echte winterleed: 120 mensen die grotendeels op hun fiets kwamen – wie had toen een auto? Ons clubje dat uren door de sneeuw worstelde om toch maar op te kunnen treden. Een vrouw solidair met man en stomerij in de toen ook economisch barre tijden. Dus Ochtendspits, voordat jullie weer met termen als ‘’nationale ramp’’ smijten, graaf eerst even in het verleden – relativeren kun je leren.
top pagina
***
December 2010 nr. 46
Marketing in het stenen tijdperk
Vorige week voor een organisatie gewerkt die zich – met bezuiniging in het zicht –beter wilde ‘positioneren’; onderdeel van hun marketinggebeuren. Toen ik in 1966 weer naar school ging was marketing een gloednieuw vak. Het werd in de loop van de tijd wetenschappelijk aangekleed met termen zoals positioneren. Zonder dat wij het wisten deed onze band daar vanaf het begin al aan mee. Positioneren is het veroveren van een plaatsje in het brein van je klant. Twee zaken zijn hierbij belangrijke: je moet de eerste zijn óf je moet het anders doen. Wij waren absoluut nergens de eerste in. Er waren toen misschien wel duizenden gitaarbands in Nederland die allemaal de Guitarboogie speelden. Hiervan opereerden er tientallen in Deventer en omstreken. Dat anders-doen ging ons beter af. In het begin draaide dat om uiterlijkheden. De Beatles waren de eersten met lang haar - dus wij dachten aan kale koppen. Een band met abnormale kleding? Ons gesprek ging over optredens in lederhosen. Nooit gedaan maar er zijn wel foto’s dat wij optraden in afwijkende outfits: als zwarte pieten, spoken, Flintstones, buschauffeurs en gewoon als nette mannen in kostuumpjes geleverd door een toen nog piepjonge Piet Zoomers. Toen we beter in de centen zaten, kochten we geen Fender gitaren maar Burns, geen Voxxversterkers maar Dynacord. Alles om toch maar anders te zijn en te blijven. Maar ons beste ‘’anders’’ was onze hechte vriendschap. We hadden niet in de gaten hoe uniek dat was. Van begin tot het eind geen wisselingen in bezetting. Zes jaar lang een vriendenclub met geweldige lol vóór, op en achter het toneel. Zo’n positionering kan geen enkele marketingman vooraf bedenken – laat staan creëren. The Monkeys was dan wel de eerste bewust gepositioneerde band maar bij hen werden absoluut geen vriendschappen voor het leven gesmeed.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
***
November 2010 nr. 45
Gedogen of handhaven
Er wordt tegenwoordig wat afgedoogd in dit land. Je mag iets niet - je doet het wel - de ander ziet het door de vingers – je krijgt géén boete. Ook handhaven is populair: er móét iets –je doet het niet - er wordt gecontroleerd - je wordt beboet. Van onze band was ik wat je tegenwoordig noemt de zakelijk manager. Dat betekende ook dat ik na ons optreden de beruchte Buma formulieren moest invullen: de naam van melodie, componist, tekstdichter plus de keren dat het nummer die avond gespeeld was. Allemaal voor de portemonnee van genoemde componisten en tekstdichters. Dat werd ze best gegund maar het invullen van het formulier kostte nogal wat tijd. In de meeste gevallen werden de namen van de auteurs niet ingevuld. Ik had ook geen flauw benul wie nummers als Blueberry Hill geschreven hadden. Toch probeerde ik het invullen de eerste keren goed te doen. Toen later na het spelen meisjes hun opwachting maakten, werd invullen een last. De formulieren werden slordiger ingevuld en ook steeds doldriester. Zo vulde ik dan zes nummers in met de meest foute fantasienamen. Uiteraard waren dit eigen nummers wat muziek en woord betreft die we dan acht keer gespeeld hadden. De onvoorwaardelijke kraker was Buma, ,je kunt mij mooi de rug op die wij ooit als record 15 keer speelden. De klus was dan in vijf minuten geklaard. Over deze methode kreeg ik van de Buma nooit ene klacht – deze werd compleet gedoogd. Met de handhaving lag het anders. Er werd door meneer Buma gecontroleerd door advertenties in de krant te vergelijken met de ingeleverde formulieren. Zaalhouders kregen fikse boetes wanneer dit niet overeenstemde. Bij mij rijst dan de vraag: werd er door de BUMA vroeger gedoogd gehandhaafd of handhaafde men het gedogen. U mag het zeggen.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Oktober 2010 nr. 44
Jan voor de Poort van de Roem
Media-illusies
Vorige week te gast geweest bij de Deventer RTV voor een radio uitzending over het verleden van onze band. Dit soort uitzendingen maakt altijd wat los; nostalgie en dikke pret gaan hand in hand. Vroeger leek een radio-optreden of véél mooier een tv-gebeuren de ultieme poort naar de roem. Zo kwam het dat tijdens ons optreden voor het Olster jongeren Kontact voorzitter Koen opgewonden naar ons toe kwam. Zijn mededeling: KRO-televisie wilde het uitgaansleven van de dorpsjeugd filmen. In Olst bij Oljoko en nog wel precies op een zondag dat wij in Dalhuizen zouden spelen! Heel Olst in rep en roer en anders wij wel. Twee weken later spatte de zeepbel uiteen – het bleek een practical joke te zijn. Zelf werd ik toen ook maar creatief actief met grappen waarin radio en televisie de hoofdmoot vormden. Zo stuurde ik onze spiksplinternieuwe uitdeelfoto naar twee nichtjes. Met op de achterkant de tekst: ‘Kijk volgende keer naar Nieuwe Oogst!!!’destijds een populaire zoektocht naar talent op het enige tv-net dat Nederland rijk was. Mijn lieve nichtjes mobiliseerden al hun vrienden, kennissen en vage bekenden. Ze stouwden ze in rijen van zes voor hun tv. Binnen een minuut na afloop van de afloop van het programma kermden zij door de telefoon: ‘’Wat is er mis gegaan?” Antwoord: ‘’Niks, het is gewoon een leuk programma’’. En: ‘’Er stond toch niet op dat wij zouden spelen!” Jarenlang weinig van de meiden gehoord. Net als Koen werden zij er in hun dorp nog jaren mee gepest. Terug naar nu blijken media-illusies nog steeds te bestaan. Je maakt je eigen opname die je via internet de wereld insmijt. Via sociale netwerken probeer je dan iedereen op het spoor van je talent te zetten. Maar helaas, de deur naar de roem blijft voor 99,99999999% van de inzenders gesloten.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
September 2010 nr. 43
Zingende Zusjes
Een vriendin werd 65. Bij ons wordt zo’n jarige hartstochtelijk toegezongen. We maken teksten op bekende liedjes, projecteren die op de muur en alle gasten zingen zich de longen uit hun lijf. Vaak begeleidt uw columnist zo’n gelegenheidskoor op zijn gitaar. Deze avond had ik vooral vrouwen van de sportclub van de jarige onder mijn hoede. Daaronder twee zusjes die daarna heerlijk zongen: vette swing, harde rock en smierende Nederlandse teksten. Daardoor borrelden veel herinneringen boven. Destijds vonden de mannen van onze band dat er nodig een vrouwelijke noot moest komen. Het grote scannen begon en iedereen zocht. Velen passeerden de revue. Een blonde diva die geen wijs kon houden maar waarop een bandlid razend verliefd was, een duo dat goed zong maar door hun ouders ’s avonds niet mee mocht, een rattenkopje met bibberstem, een struise vrouw die te zacht zong, een Apeldoornse die het liefst Duits zong (maar met een belabberde uitspraak). Toen die zoektocht niet lukte, gingen wij de transfermarkt op en kaapten Marianne van een andere band. Hoe het verder ging op die verjaardag? Na het koor wierpen de gezusters zich op de tekstboeken die ik bij dit soort gelegenheden altijd bij mij heb. Tot laat werd gezongen en ze verkondigden best eens voor een groot publiek te willen zingen. Dan prijs ik meteen de middagen van Sixties Alive aan. Met enige glazen op waren ze dolenthousiast - maar doen ze het? Daarom stuur ik deze column naar hen, hun echtgenoten, vrienden en kennissen. Dat zet ze lekker onder druk. Móet dat nou zult u zeggen? Ja! en wel om twee redenen. De allerbelangrijkste: de zussen vermaken zichzelf en de zaal. En …. ik zie te vaak te veel kerels op het podium. Tja, ik val nu eenmaal meer op vrouwen dan op mannen.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Augustus 2010 nr. 42
Krokante jackpot
Wint er vorige week toch iemand ruim 1,5 miljoen euri door € 3,75 in Nijmegen in een gokautomaat te gooien. De verbijstering op het gezicht van de winnaar en daarna zijn uitzinnige gejoel kan ik mij goed voorstellen. Het plotseling rinkelende geld dat je overvalt, levert waarschijnlijk bij iedereen eenzelfde soort sensatie op. Ons overkwam het ook. Op de terugweg van een zondagavondje spelen, werd een automatiek aangedaan door onze band. (Lees: een stelletje hongerige pubers.) Het eerste kwartje belandde in de gleuf en met hevig gerinkel vielen tientallen kwartjes in het onderliggende muntenbakje. Als bonus vloog de bovenliggende rits deurtjes open zodat de inwonende kroketten voor het grijpen lagen. Een totale bingo - de hele jackpot. Dat de uitbater niet gealarmeerd werd door ons gebrul en niet kwam inspecteren, verbaast mij nog immer. De open en bloot liggende bruine staven werden door ons joelend geconsumeerd. Daarna gunde een van ons de ondernemer wat extra omzet. Hij had nog trek en besteedde wat overblijvende kwartjes. Hij trok twee hokjes open en at de ene kroket op. Van de andere beet hij het achterste kapje af, plaatste de kroket terug met de gave kant naar voren en klapte daarna het deurtje dicht. Daarna wachtten wij gniffelend op de klant die zou komen en de ingekorte kroket zou trekken. Wederom zou dat verbijstering opleveren maar alleen bij die nieuwe klant. Dat genoegen werd ons jammer genoeg niet gegund; het was laat en ons werk wachtte de andere dag. Deze beelden terughalend besef ik dat bepaalde emoties net zo intens zijn bij een klein als bij een groot bedrag. Én… hoe láng je ervan geniet, ligt aan jezelf. Bij het schrijven moest ik wéér lachen. Maar bedacht ook dat die Nijmegenaar langer op zijn emotie teert dan ik op de mijne.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Juli 2010 nr. 41
Wisselende contacten
Afgelopen weekend wederom van Sixties-on-Tour genoten. Langs de podia gelopen zag ik in een aantal bands een paar dezelfde gezichten opduiken. Zo kon zelfs op één truck de drummer gewoon blijven zitten. Wat een luxe. Vanaf het tijdstip dat onze band haar definitieve naam aannam, waren er tot het einde toe geen wisselingen. Wel incidentele vervangingen omdat de dienstplicht haar tol eiste. Toetsenist, basgitarist en drummer moesten door de Cubacrisis twee jaar onder de wapenen. Zonder toetsenist spelen werd opgevangen door meer intro’s en riedeltjes van de sologitarist. De basgitaar werd overgenomen door de toetsenist. De vervanging van de drummer was een hels probleem; ondanks hoge afkoopsommen voor ruilen van de wacht en nachtelijke ritten met oogjestoeknijpende wachtcommandanten. Dus kwamen er inval-drummers voorbij; mannen uit andere bands die pas op het allerlaatste moment ingeschakeld konden worden. Dramatisch was het wanneer op een vrijdagmiddag Alarmfase 3 als oefening werd afgekondigd. Onze drummer bleef dan in de kazerne of werd de hei opgestuurd. Overzichtelijker was het wanneer het wachtlopen niet afgekocht kon worden. Dan was er een week tijd om een invaller te zoeken. Maar bij het nabellen bleek vaak dat deze lieden al met hun eigen band moesten optreden. Gevolg: zaterdagavond met drummer X spelen en zondagavond met drummer Y. Meestal prima maar soms ook zonder oefenen met als gevolg makkelijk repertoire en minimale kwaliteit. De rij drummers had uitersten. Van een Lebuïnusharmonie-verleden waarbij wij bijna marcherend het podium opgingen. Tot iemand – al flink ingeburgerd in het Amsterdamse jazzcircuit - die ons voor muzikale en verbale raadselen stelde. (Wisten wij in 1964 veel dat weed bestond en je daar stoned van werd). Anno 2010 hebben pensionado-bands geen last meer van last-minute vervangingen. Maanden tevoren plannen en gezellig oefenen met topkwaliteit op de Brink als resultaat. Leve de wisselende contacten.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
Juni 2010 nr. 40
Excuses maken
Onlangs liet de Britse minister-president Gordon Brown zijn reversmicrofoon aanstaan. In zijn auto mopperde hij op een vrouw – dit werd wereldwijd uitgezonden. Gordon maakte publiekelijk zijn heldere excuses. Na veel kritiek mompelde de paus moeizaam vage excuses rondom uitspattingen van niet al te celibataire priesters. Ik ga voor de methode Brown. Wij speelden op het personeelsfeest van rijwiel- en bromfietsenfabriek Sparta. Als hoogtepunt werd een Spartamatic onder het personeel verloot. Gewonnen door een man die van achteruit de zaal naar voren mankte. In die tijd was het radioprogramma Het hangt aan de muur en het tikt populair. Een donkere geheimzinnige stem noemde twee keer achterelkaar het onderwerp dat panelleden moesten raden. Toen de hinkende man in ons zicht kwam, had iemand een dichte microfoon in de hand en imiteerde de geheimzinnige stem: een ‘Spartapoot’. Voordat de tweede keer eruit rolde had een ander de microfoonknop een draai gegeven en knetterde het door de zaal: een ‘Spartapoot’. Zowel publiek als winnaar reageerden niet; de zaal uit gêne en de man was door blijheid klaarblijkelijk doof geworden. Al schrijvend bekruipt mij een dubbel gevoel. Enerzijds past deze anekdote bij de grofheid van hedendaagse cabaretiers - dan vind ik het leuk. Anderzijds betrof het toen een lijfelijk aanwezige gehandicapte man en kon het beslist niet door de beugel. Dus zijn gemeende excuses terecht. Bij deze. Meteen denk ik: zou de man als hij nog leeft dit incident nog weten en zouden excuses hem opluchten? Die uitgefoeterde vrouw haalde dubbel en dwars haar gram. Dat kun je helaas niet zeggen van de jongens die door mannen in zwarte jurken misbruikt werden. Als kinderen leerden we van hen ‘behoed ons voor het kwade’ en ‘altijd eerlijk zijn’. Vele wegen leiden naar Rome maar de wegwijzer naar eerlijke excuses maken, mis ik daar behoorlijk.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Mei 2010 nr. 39
Communicatie-weelde
Volgende week met de hele bups op reis vanwege veertig jaren trouwlust. Met treinen, taxi en een gecharterde boot zitten we binnen twaalf uur koninklijk in een eilandpub. Gaat ergens iets mis dan helpen mobiele telefoon en gekoppeld internet om taxi en boot keurig te laten aansluiten. Wat een weelde in vergelijking met het telefoonceltijdperk toen wij met oude auto’s de danszalen op het platteland moesten zien te bereiken. Wanneer een auto dienst weigerde ná afloop van het optreden dan werd het slechts een latertje. Maar pech er vóór was een ramp vooral wanneer er geen telefooncel in de buurt stond. Eens knapte een V-snaar op een weg midden in de bietenvelden. We waren al stressig want onze bandleider was weer te laat bij zijn vriendin weggegaan. Gelukkig strandden we niet ver van een boerderij. Er naar toe gelopen en de boer gevraagd of wij mochten bellen. Naar mijn vader die met zijn bestelbus in twee ritten alles naar de juiste plek ging transporteren. Daarna gebeld naar de zaalhouder die toen wist dat er later begonnen zou worden. De bestelbus had enige vertraging want de Tom-Tom was nog niet uitgevonden. De uitbater zette nog maar een plaatje op, wachtte al tappend af en was heel tevreden over zijn omzet. De tweede vraag aan de boer was of we auto met aanhanger bij hem mochten stallen en deze in de loop van de week konden ophalen. Geen enkel probleem. Op de vraag of we de boerin met een Deventer koek konden plezieren, reageerde de boer verbolgen. ‘Doe maar een fles jenever’ zei hij bits, ‘want de vrouw zit op haar luie krent en ik sta hier voor jullie te ploeteren’. Leerpuntje? Hyves, Linkedin, sms – allemaal communicatie-weelde maar ….. aandachtig luisteren levert altijd het hoogste rendement (plus misschien een flinke dronkenschap).
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
April 2010 nr. 38
Zorgperikelen
In de week dat de VS eindelijk een zorgwet kreeg, belandde ik met mijn vrouw in het ziekenhuis. Zij had een gebroken vinger. Ik keek mijn ogen uit - de afdeling leek een nachtclub. De balie was met goudlamellen behangen. Een zijwand toonde vijf gekoppelde tv-schermen waarop eerst een konijntje van links naar rechts liep, daarna buikdanseressen zwabberend van rechts naar links, vervolgens ingehaald door een gigantische cabriolet uit de jaren vijftig. Een koffieautomaat en een opengeslagen artikel over de gunstige invloed van alcohol droegen bij aan dit nachtclubgevoel. Hoe somber was het toen ik als 16-jarige twaalf dagen in het St.Jozefziekenhuis lag vanwege een breukoperatie. Het regiem van verpleegsters was verpletterend met als grootste taboe alcohol. Dat daagde uit om een neut binnen te smokkelen. Niet makkelijk want zelfs de leerling-verpleegsters waren alerte waakhonden. Zij keken dan ook vertederd toe toen mijn bandmakkers met een bos lange chrysanten door de deur stapten. Destijds had ik niet veel met bloemen en helemaal niet met dat type. Maar aan hun gezichten zag ik dat er meer aan de hand was. En ja, de bos was gedrapeerd om een fles Chianti met zo’n lange hals. Aan deze levering kleefden echter twee problemen. Het eerste was technisch: hoe te schenken zonder op te vallen. Het tweede: ik dronk geen wijn – en bijna niemand; AH hielp ons pas jaren later aan de Rosé. Dus belandde de fles ongeopend thuis. En zie, het ziekenhuis veranderde en ook onze collectieve smaak. Toen we dan eindelijk wijn gingen drinken was mijn Chianti verzuurd. Een overeenkomst dringt zich op: de wereld verandert en ons collectieve gedrag verzuurt. SIRE wijst ons gelukkig op korte lontjes en omgang met aardige mensen. Maar zou dit op onze generatie slaan? Wij stonden toch met z’n allen aan de flowerpowerwieg? Nou dan!!!
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
026 3253574
***
begin
pagina
Maart 2010 nr. 37
Bonte middag vol talent
Vorige week in Engeland doorgebracht. Enorm veel regen dus eindig je in de pub. Absoluut geen straf. Wat mij daar opvalt is het aantal activiteiten in zo’n kroeg: de quiznacht, de dart-avond en héél populair de bonte avond met meestal als hoogtepunt de karaoke. Hoe kleiner het dorp, hoe gevarieerder de deelname: jong en oud, liefhebbers van alle soorten muziek. Iedereen komt aan bod mits men even een seintje geeft. De gevarieerdheid mis ik vaak in Nederland. Iedere kroeg is (te) gespitst op een specifieke doelgroep terwijl een mix juist zo dynamiserend kan werken. Maar eerlijk is eerlijk, in DokH2O lukt dit met de Sixties Alive activiteiten en dat levert mij blijdschap. Vele muziekstijlen komen aan bod en drie generaties genieten. Echte zestigers die de sixties hebben overleefd. Hun kinderen die besmet zijn en dit toch ook eens willen meemaken. En kleinkinderen die de kroon spannen. Ze kijken met open mondjes of duidelijk gegeneerd naar opa of oma die daar op een podium staat te rocken. Soms zie ik de oudere generaties begerig naar de optredende muzikanten kijken. Met hun blik op: ´dat zou ik toch ook wel willen´ of ´ik kan dit toch stukken beter´. Vroeger hadden we daar talentenjachten voor. Maar dat is eigenlijk niet wat deze artiest-van-nu wil: gewoon even losgaan en alleen de zaal tonen hoe je er zelf van geniet. Vandaar maar weer eens een oproep voor de komende jamsessions. Had je altijd al eens zanger/zangeres willen zijn: zing jouw favoriete sixtieslied in op mijn antwoordapparaat, ik puzzel de toonaard uit en geef dat door aan de huisband van die dag. Die zondagmiddag word je absoluut wereldberoemd binnen 100 vierkante meter DokH2O. Wie droomt daar nu niet van? Met al jouw verborgen talent kunnen we ongetwijfeld een explosieve bonte middag afleveren.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
026 3253574
***
begin
pagina
Februari 2010 nr. 36
Ton Driessen vervulde op deze avond zijn dienstplicht
Initiatieven steunen
Geweldig! Een heel land spontaan in actie om Haïti te helpen. Van baby tot grijsaard, iedereen helpt op zijn eigen manier mee om het leed daar te verzachten. Ook onze band deed destijds mee aan goede doelen: de Anti-hongeraktie 10x10 in 1962 en Actie Dousadsj een jaar later. Voor mij was 10x10 spectaculair las ik in mijn dagboek. Niet de optredens van de dixielandband waarin onze geluidstechnicus trombone speelde, of de Paramaribo Bongo Boys of onze muzikale fratsen waren daar debet aan. Nee, het tragisch hoogtepunt hierbij was de houding van de schoolleiding van de katholieke jongens- en meisjes ULO. Zij wilden dat de dansavond voor 10x10 in de Lindeboom niet doorging. Want iedere jongere kon worden toegelaten ongeacht ras en vooral geloof! Het mengen van de seksen via dansactiviteiten kon volgens hen alleen bij de dansschool van Wies Scholten en Dejoko. Beide gevestigde katholieke instituten. Zelfs de pastoor van Schalkhaar werd door de schooldirecties ingeschakeld om de in hun ogen dreigende gemengde huwelijken te verhinderen. Het was echter een initiatief van jongeren die het dansfestijn onafhankelijk van hun scholen organiseerden. Daaraan konden de directeurtjes niets doen. De strijd verhevigde; de protestgeneratie was er nog niet maar met onze puberkwaliteiten kwamen we een heel eind in de discussie. Vooral werden argumenten over het blokkeren van (naasten)liefde gehanteerd. Dat was natuurlijk olie op het vuur dat een paar weken later behoorlijk bijdroeg aan mijn verwijdering van school. Bijna 50 jaar later kijk je toch met verwondering naar de gehanteerde pedagogiek. Louter en alleen gericht op gehoorzaamheid en het in de eigen kudde blijven. Eigen initiatief kon alleen wanneer het in dat kader paste. De jeugd van tegenwoordig wordt beter gesteund, zelfs in het nemen van soms hachelijke initiatieven – dat heb ik vorige week gelukkig heel vaak gezien en gelezen.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Januari 2010 nr. 35
Het mooiste meisje van de zaal
Onlangs naar Het mooiste meisje van de klas gekeken. Heel wat ouwe knarren liepen voor de camera emotioneel leeg door hun adoratie en heimelijke verliefdheid voor hun voormalige klasgenote te bekennen. De onbereikbaarheid was steevast een terugkerend onderwerp. Dat herkende ik direct. Vaak was het bingo wanneer je als muzikant flink wat steelse blikken wierp op een dorpse of stadse schone. Het met een vastberaden glimlach afdalen van het podium en wat onbenullige vragen waren dan voldoende om na afloop van het muzikale gedeelte elkaar nader te leren kennen. Soms had je pech. Flirten vanaf het toneel werkte en het meisje lachte betoverend terug – de realiteit was echter dat ze de hele avond wél met dezelfde kerel danste. Teleurstellend maar dat was niet anders. Echt frustrerend werd het voor mij als in de zaal een meisje mij toelachte, ik dezelfde seconde smolt, meteen hoteldebotel werd maar niet op haar avances durfde in te gaan. Totaal geblokkeerd en wekenlang van slag – smachtend hopen dat zij er de volgend keer weer zou zijn. Wás dat zo dan durfde ik haar openingszetten niet te beantwoorden. Ik veronderstelde dat in de huidige markt van liefde en geluk dat gemakkelijker zou gaan; dit gebaseerd op internet-dating en onderzoeken over effecten van soapseries. Die tonen dat jongeren soapsituaties imiteren: galante openingszinnen tegenover relaties verbreken via SMS-jes. Een rondgang onder enige jongens in mijn omgeving hielpen mij van die veronderstelling af. Ook zij vallen stil wanneer ze het mooiste maar vooral liefste meisje van hun klas, kroeg, werk of buurt ontmoeten. Daar helpt geen soaptruc of uitnodigende glimlach van het meisje aan. Nu vraagt u zich ongetwijfeld af hoe ik bijna 40 jaar geleden aan mijn mooie en verrukkelijke liefje ben gekomen? Simpel: gelukkig nam zij het initiatief, leve de emancipatie!
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
December 2009 nr. 34
Ford Zephyr is na jaren trouwe dienst niet meer aan te schuiven
Vervoersmisère
Het huis van zoonlief in Amsterdam is het snelst bereikbaar per metro. Daarvoor kun je sinds kort alleen de OV-chipkaart gebruiken. Die had ik al anderhalf jaar maar in bussen en trams lukt het nog met een strippenkaart. Gisteren hield ik voor het eerst mijn maagdelijke OV-chipkaart onder de kaartlezer om wat euro’s op te laden. Het beeldscherm gaf prompt aan dat ik vier euro in de min stond. Even een van de toezichtmeneren erbij gehaald: tja, ik was echt ergens ingestapt en had niet uitgecheckt. Kon niet maar hoe verder? Tja, dat wist hij niet – tja, geen kans dat ik iets terugkreeg. Deze misère herinnerde mij aan de eerste periode van onze band. Vervoer van en naar het etablissement waar wij speelden was altijd problematisch. Voor dichtbij huurde je een bakfiets bij Hunink. Verder weg hadden vaders ’s middags en de volgende ochtend even geen auto. De busmaatschappij deed de rest. Keurig een retourtje kopen en door het vroege ophouden, haalden we altijd de laatste bus. (Soms één van de muzikanten achterlatend omdat hij slecht was in afscheid nemen.) Later kwamen busjes van de baas, huurauto’s, bestelauto’s zonder achteruitversnelling, slecht startende Ford Zephyr in het vizier om onze vervoersperikelen op te lossen. Ondanks de stress hierbij waren het altijd mensen die de problemen aanhoorden; flexibele mensen die als oplossing hun machine beschikbaar stelden. Mijn perikelen met de OV-chipkaart liggen andersom. De machine gaat in de fout, ik schiet in de stress, de machine wordt bijgestaan door een mens die alleen kan zeggen dat het fout is en aankondigt dat oplossen niet mogelijk is. Nu lees ik wel eens over de 24-uurs economie. Die kan alléén functioneren door flexibel handelende mensen met schuivende werktijden. Waren we ook allang: wij schoven op ieder uur van de dag die klote-Zepyhr aan.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
November 2009 nr. 33
Made on the Worp
Kijkend in de etalage van een in disco-artikelen gespecialiseerde winkel, zag ik ze in allerlei maten en kleuren hangen. Spiegelbollen. Begin jaren zestig praktisch onbekend in het Oosten des lands. Maar met onze spiegelbol ging het bij onze bezoekers meteen van onbekend naar snel bemind. Waarden en normen lagen in het begin van dat decennium beduidend anders dan op het eind daarvan – laat staan wanneer je dat vergelijkt met de huidige tijd. Niet dat de jeugd zich er wat van aantrok. Nog geen Provo te bekennen maar ook toen al was het ontsnappen aan moraal en tucht van thuis, kerk en autoriteit een heerlijke sport. De bol werkte daar flink aan mee: licht uit, zwoele muziek en gekleurde ‘sneeuwvlokjes’ die de ruimte romantisch vulden. Schuifelen en slijpen maar – ha, wie ziet je in het donker. Als de bol ging draaien werd er door de heren om het hardst gehold om nog loslopende dames te vragen. De dames stimuleerden dit gedrag - zij vroegen meestal herkansing aan: verzoeknummers die verdacht vaak gekoppeld waren aan het gebruik van de bol.
In wereldsteden met minder dan een paar duizend inwoners onder het straffe regiem van dominee of pastoor, werd ons in het begin te kennen gegeven dat de bol ongepast was. Maar ook hier schoof de wereld telkens ietsjes op. Zaalhouders vonden hun omzet gelukkig belangrijker dan het gezever van verontruste, hoogst verontwaardigde ouders. Vermakelijk hierbij was dat het idee van die verderfelijke bol kwam van de meest katholieke vader van de bandleden. Hij liep voorop bij de productie want als meester schilder wist hij precies hoe spiegelglas te snijden en welke lijmsoort gebruikt moest worden. Had hij ooit de erotische macht van de bol vermoed, dan zouden aardig wat huwelijken in onze streek nooit tot stand zijn gekomen.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Oktober 2009 nr. 32
Vrouw paait boer
Wederom verwonderd gekeken hoe hulpeloos boeren zoeken naar een bruid. Bij het zien van de eerste aflevering vroeg ik mij af of de emancipatie van boerenzonen soms stil gestaan heeft. Als dat zo is, dan liepen zij in bijvoorbeeld de Posterenk of Luttenberg destijds veertig jaar vóór.
Veroveren van vrouwen verliep daar meestal niet zo subtiel. Geen Flintstone-achtige situaties door meisjes aan hun paardenstaart mee te slepen. Wel viel regelmatig de rauwe romantische kreet ‘Kom-op-wief-wie-goat-noar-buutn’ - zelfs bij het eerste afspraakje. De boerendochters lieten zich ook niet onbetuigd. Ik hoor nóg eentje haar vriendinnen triomfantelijk toeroepen: ik bin met ene van de muziek udewes.
Ik was de trofee terwijl de ontmoeting met een paar blikken vanaf het podium snel beklonken was. Menig muzikant herkent dit soort verhalen. Blijft de vraag waarom dat tv-programma aantrekkelijk is. Omdat mensen met een vaste relatie er hun superioriteitsgevoel op kunnen loslaten? Of bevat het tragische herkenningspunten voor alleenstaanden? Er zitten ongetwijfeld
jaloezie- of leedvermaakkanten aan – altijd gegarandeerde kijkcijferliften.
Zo zit er flink wat egotripperij bij sommige dames. Hun trofee is éventjes een Bekende Nederlandse te zijn die op een mooie (=jaloezie) of botte
(=leedvermaak) manier afgewezen gaat worden. De trofee van de tv-boer is dat hij hulpeloosheid tot kunst kan verheffen (=jaloezie) maar bij het kiezen hier niets aan heeft (=leedvermaak). Ik zit te bedenken of ik een trofee uit de sixties heb overgehouden. Daar kom ik niet uit: veel dates (=jaloezie) veel botte en weinig mooie afwijzingen + technisch hulpeloos (=leedvermaak).
Was ik boer geworden en daarbij gescheiden, had ik dus alle kansen om Bekende Nederlandse Boer te worden. Ik hoor Yvon al zeggen: boer Jan, geven die koeien werkelijk meer melk doordat jij iedere dag gitaar voor ze speelt?
Mijn antwoord wordt JA! There is no business, like showbusiness!
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
September 2009 nr. 31
Gebibber in de zomer
Wanneer je lange-afstand-wandelt, neem je genoegen met alle campings op je route. Na 25 kilometer loop je niet zo maar even een paar kilometers door naar een betere camping. Zo belandde ik op een reusachtige kampeerplek. Net uitgepakt begon de grond te trillen. Achter de heg stonden wel 100 jonge kindertjes te dansen op house-achtige muziek. Hun stampen wekte bij mij een onbestemd gevoel op. Tot mijn mede-wandelaar zei ik: dat onbestemde krijg ik maar niet naar boven. Naar boven!! Dat was de sleutel – ik zag plots het wanhopige gezicht van een filmoperateur in Zutphen voor me. Hoe de multifunctionele tent heette weet ik niet meer, maar boven bevond zich de danszaal en beneden de bioscoop. Wij speelden daar op een mooie zondagavond en midden in een serie kwam de operateur naar boven stormen en krijste ‘hou op, mijn beeld bibbert! de kalk komt naar beneden! Dat kon wel kloppen want zo’n 500 jongeren dansten de uit Finland overgewaaide letkiss. Bijzonderheid: met z’n allen tegelijk naar boven springen om samen ook weer tegelijk op de vloer te landen. Dat jaar zong Trea Dobbs in dat ritme op het songfestival de Ploem Ploem Jenka; hoog op de hitlijsten en voor ons dus aanleiding om het te spelen. Om de verwoestende kracht van het lied op de filmprojector aan te geven nog even de eerste drie onvergetelijke literair verheven regels:
Ploem, ploem, zo gaan de gitaren
Zoem, zoem, zo gaan alle snaren
Roem, roem, roem zo gaat de trom
De avond was een succes en de uitbater prikte data voor het volgende seizoen. Ons voorgedrukte standaardcontract zond hij per ommegaande post ondertekend terug. Met als toevoeging: ‘Lettkiss spelen streng verboden!!!’. Bij het volgende optreden was de dans totaal uit. Evenals Trea – ja, zo gaat dat in het popgebeuren.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Augustus 2009 nr. 30
Analoge nostalgie
Uit Engeland onlangs een Murphy uit 1949 meegebracht. Nooit van gehoord denken mijn lezers dan. Maar wat Philips in de vijftiger en zestiger jaren op radiogebied was voor Nederland, bleek Murphy in het Verenigd Koninkrijk te zijn. De bedoeling was dat het apparaat naar mijn zoon ging. In zijn kleine vijftigerjareningericht miniflatje kon hij het beestje uiteindelijk toch niet kwijt. Eigenlijk was ik daar wel blij mee. Het ding heeft designtrekjes van de moderne B&O-apparatuur – artistiek gebogen en waar zich bij B&O de cd-speler in het midden bevindt, zit bij het oudje de luidspreker. Met een draadantenne en voor de pick-up heb je twee banaanstekkertjes nodig. Belangrijker: het ding speelt geweldig. Wat voor lange golf zenders je niet kunt krijgen. Dat deed mij meteen denken aan mijn prille jeugd toen ik een Pionier radiobouwdoos kocht. Iedereen die mijn handigheid kende, vond het een tot mislukken gedoemde project. Maar mijn buurjongens – de latere geluidstechnici van de band – wisten er goed raad mee. Binnen een mum van tijd hadden zij de kristalontvanger in elkaar gejast en kon Jan onder de dekens met de koptelefoon op naar de gekste lange golf zenders luisteren. Riaz Berlin bijvoorbeeld – alleen de naam al! Ook nu hoor ik romige klanken door middengolfzenders en produceert de lange golf veraf geruis met wat Arabische muziek. Kippenvel. Afgelopen mei kreeg mijn moeder op haar 88e verjaardag een pseudo Bose-radiootje en daar kwám toch een geluid uit. Meteen sloop de twijfel binnen: mooie buitenkant, staat geweldig in het interieur maar wat geluid betreft moet nostalgie maar niet te lang duren. Radio 5 is nog de enige publieke zender die analoog uitzendt en hoe lang nog? Dus mensen, heb je toevallig een interieur dat een fifty-oppepper nodig heeft? Mijn Murphy 1949 is te koop tegen een schappelijk 2009 prijsje.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Juli 2009 nr. 29
Weg vooroordelen!
Gisteren de opening bijgewoond van de jongerenhangplek in ons park. Door sociale verplichtingen moest ik wel maar had weinig zin. Hoofdzakelijk door de aankondiging dat er rappers en breakdancers kwamen. Wat muziek betreft doe ik bij deze soorten amusement het liefst dikke proppen in mijn oren. De vooroordelen hierover bleken niet houdbaar. Twee jochies rond de veertien gingen rappen en later lieten drie knapen hun slungelige lijven op het podium ritmisch schokken en draaien. Ik vond het prachtig. Hoe is dat mogelijk denk je dan? Bij de rappers ontstond een déjà vu. Vijftig jaar geleden: enthousiaste bands, minimum aan muzikale kennis en met drie akkoorden tophits spelen. Vanuit het door veel bands gedeelde uitgangspunt: Wat we horen kunnen we spelen, wat we niet kunnen spelen, horen we niet. Hierdoor kon iedereen zijn muzikale drempel verlagen; ontluikend talent creëerde eigen kansen. Zo bekeek ik deze gastjes ook – hun lef en enthousiasme bezorgden mij kippenvel en dan hoeft de muzikale lat nog niet hoog te liggen. Je voelt het: met deze jongens komt het goed. Bij breakdance ergerde ik mij altijd dat ik weinig melodie in de muziek kon ontdekken – maar nu ik er met mijn snufferd boven opstond en de mannen zag draaien, zweten en glunderen, kreeg breakdance een andere lading – ik juichte zelfs na hun optreden. Niet voor de muziek, niet voor de dance maar voor het geheel en mijn beleving daarbij. Weg tweede vooroordeel. Na afloop maakte ik een praatje met rappers en dancers. Zij waren stomverbaasd dat zo’n ouwe zak hun optreden waardeerde maar vooral alle spanningen en plezier van het optreden kon meevoelen en benoemen. Zo kwam het gesprek op Sixties Alive. Onder hilarisch gelach besloten deze jongeren ter plekke dat in 2049 de Stichting Tens Alive opgericht gaat worden – ik mag de opening verrichten!
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Juni
2009 nr. 28
Verkiezingsmuziek
Europa
gaat op 4 juni stemmen. Politici maken zich vooral zorgen om de
opkomst van de jeugd. Alle registers gaan open om hun interesse
te wekken. Zie internet: ‘In de aanloop naar de Europese
verkiezingen worden overal in het land evenementen georganiseerd.
Het gaat om uitdelen van ballonnen, een activiteitenbus, er wordt
gefilmd. Nou, nou, daar komt de jeugd vast op af. Wat de jeugd
altijd boeit en zal blijven boeien ontbreekt: muziek. In Duistervoorde
begrepen ze dat in 1962 beter. Dat jaar waren er verkiezingen
voor gemeenteraad en provincie. Begin 1963 stonden 2e Kamerverkiezingen
voor de deur met boer Koekoek als grote onvredestemmentrekker.
Daar ging KVP-Duistervoorde even fors tegenaan: zij huurde onze
band in! Hun folder meldt: De KVP organiseert een PROPAGANDAAVOND
met DANSEN. Dan inleiding door de voorzitter van Kringjongerengroep
Gelderland. Eindigend met: ‘Zeg het voort en neem zoveel
mogelijk vrienden en vriendinnen mee’.
Mijn dagboek vermeldt dat wij voor veel volk ‘na ontstellend
veel geklets tot 11 uur konden spelen’. Gek dat men popmuziek
niet als rattenvanger van Hamelen gebruikt. De politiek staat
hopelijk niet zo ver van de jeugd af dat ze niet weet welke muziek
hen raakt. Politici moeten juist profiteren van popmuziek. Vaak
zit daar een maatschappelijke en politieke lading in. Ondanks
ons optreden brak de Boerenpartij van Koekoek in ‘62 door
als protestpartij. Later nam Koekoek met Vader Abraham een politieke
carnavalskraker op over oliecrisis en Den Uyl. Dát was
inspelen op de massa – daar kunnen Europese knakkers veel
van leren. Er resten nog enige campagnedagen dus hierbij suggesties
over maatschappelijk geladen liedjes voor diverse politieke richtingen:
In een groen, groen, groen knollenknollenland, Mijn tante uit
Marokko, Ik stuur je dit boeketje rode rozen en speciaal voor
ál die hardwerkende onbekende coryfeeën uit Brussel:
Hoe je heette dat ben ik vergeten’ .Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Mei
2009 nr. 27
Bevrijdingsballen
Dit
jaar eindigt het jaartal niet op nul of vijf. Belangrijk? Jaaahhh
want in een 0 of 5-jaar is vijf mei een nationale feestdag, dus
vrij. Maar in de jaren zestig had je iedere 5 mei vrij. Voor bands
betekende dat optreden aangekondigd als BEVRIJDINGSBAL. In mijn
dagboeken nagegaan hoe dat voor ons was. Niet bepaald bevrijdend.
In 1962 speelden we in Twello. Van de kroegbaas mochten wij op
eigen kosten de zaal versieren. We bestonden amper een jaar dus
een geluidsinstallatie gehuurd mét echo. Opbrengst die
dag f.90 gemaakte kosten f.98,50. In 1963 optreden in het Wapen
van Gelderland in Voorst – een ranzige tent op instorten
en zó oubollig dat Henk G. ons verraste met een glaasje
ranja. In 1964 in een andere tent Voorst bevrijd met een jarig
meisje dat op een stoel door de zaal gehost werd; kampioenselftallen
van Cupa zorgden voor flinke deining. In 1965 overgeslagen voor
een leermoment. Naar de Buitensociëteit gegaan waar het VaraDansorkest
speelde met een hele bups tienersterren: Willeke Alberti, Ronny
Tober, Trea Dobs, Blue Diamaonds, Duo Allegrio (?) en een Belgische
gitaarband. Om 24.00 uur ontstonden relletjes: niemand wilde vertrekken
omdat het gerucht ging dat het festijn tot 4 uur zou duren. De
volgende jaren was het spelen, beuren, niet zeuren. De meeste
jongeren hadden ouders die oorlog en bevrijding aan den lijve
hadden ondervonden. In al die jaren spelen heb ik weinig relatie
met bevrijding gehoord, gezien of gevoeld. Tegenwoordig lijkt
dat iets beter. Een stichting probeert via de media ons bewuster
te maken van de ellende van oorlog, het feest van bevrijding en
de essentie van vrijheid. Over dit laatste bestaan verschillende
visies. Voor de meeste feestgangers zijn de huidige bevrijdingsfestivals
hetzelfde als de bevrijdingsballen van vroeger: een huwelijksmarkt
met als mooiste motto ‘alle remmen los – leve de vrijheid’.Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
April
2009 nr. 26
Integratiegeluk
Ik blijk een kind uit twee culturen te zijn. Dat wist ik tot vorige
week niet en ik nu ik het weet tob ik er niet mee, integendeel.
Hoe kan zoiets in een wereld waar interculturele spanningen dagelijks
de media halen? Het zit zo. Vorige week kocht ik Vic’s Fabulous
Fifties. Voor € 20 vijf cd’s met 100 nummers van 100
artiesten. Vijf uur aan de radio gekluisterd. Ongelofelijk wat
een warm bad. Verwonderlijk omdat ik de meeste nummers als sixties
muzikant doodsaai zou moeten vinden. Mijn verwondering begreep
ik toen ik het bijbehorende boekje las. Popgoeroe Vic van de Reijt
schreef dat de fifties geen fifties waren en de sixties eigenlijk
geen sixties. Hij stelde dat de fifties van 1955 (doorbraak rock
and roll) tot 1962 liepen = de muzikale cultuur die mij vormde.
En de sixties van 1963 (bands gingen eigen repertoire maken) tot
de opheffing van het hippieblad Aloha in 1974 = de cultuur waarin
ik mij als muzikant jaren uitleefde. Deze dubbele culturele achtergrond
hield mij blij bezig. Vooral of deze ontdekking iets uit zou maken
voor de koers van Sixties Alive. Zou ik het aandurven een come-back
voor te stellen van De Favorieten? Kan het Brinkfestijn pronken
met accordeonbandjes met knallend repertoire als valeta’s
en walsjes? Dat idee raakte ik snel kwijt toen ik naar onze eigen
band keek. Van 1960 tot 1966 tot op het bot coveren en uit beide
periodes nummers spelen. Wat waren wij gelukkig met deze integratie
en die 800 bezoekers in de Buitensoos telkens ook. Zo’n
gelukzaligheid moet toch eveneens in andere integratiesituaties
mogelijk zijn? Geluk dwing je af: stap vaker in een Marokkaans,
Turks, Antilliaans of Surinaamse wereldje. Knoop zomaar een gesprekje
aan, ga heerlijk exotisch uit eten. En let op ….de vliegtax
is weg! Dus wat let je. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Maart
2009 nr. 25
Nieuwe
zedenprekers
Vorige week voor een vergaderklus naar Twello afgereisd. Ik was
er in jaren niet geweest. Op de plek waar de vergaderaccommodatie
stond, zullen archeologen in de toekomst de fundamenten van De
Harmonie herontdekken; de tent waar onze band met toen populaire
Nederlandse artiesten optrad. Wij speelden er met Johny Lion,
Jumping Jewels, Rob de Nijs en Ria Valk. Van haar hebben we snel
veel geleerd. Zij rende nét voor haar optreden ietwat paniekerig
uit haar kleedkamer en vroeg of iemand haar bh los kon maken.
De achtersluiting zat zodanig vast dat ze het zelf niet kon. Haar
paniek kwam niet voort uit het moeten vragen aan wat onbekende
knapen; zij moest na haar liefdesverklaring aan Rockin’
Billy meteen naar een volgend optreden. Bij ons zat de stemming
er gelijk in. Natuurlijk de opwinding doordat bij iedereen de
hormonen genadeloos door de keel gierden en wij de Brabantse als
een vrijgevochten heldin zagen. Dit gekoppeld aan het plezier
over het negeren van de genadeloos ingehamerde starre normen en
waarden door pastoors, dominees en onderwijzers. Wij imiteerden
daarbij hun vermanende stemmen over zedeloosheid en zonden in
een nogal ruige taal - resultaat van stoerdoenerij en dienstplicht
bij landmacht en marine. Sixties in volle glorie, door de jeugd
wijd verspreid en stevig omarmt. Vandaar dat het mij nu stoort
dat er leeftijdsgenoten zijn die toen volop meededen maar nu ongenuanceerd
harde kritiek over de huidige jongerencultuur spuien. Hun taalgebruik,
hun muziek, hun digitale speeltjes – alles wordt verguisd.
Alsof zij dit zouden negeren wanneer ze nú jong zouden
zijn. Mijn advies aan het jonge grut is steevast: geen energie
verspillen aan discussies met deze nieuwe zedenprekers. Ooh, en
nu wilt u vast nog even weten wat we van Ria leerden? Simpel:
dat wij nette, volgzame en vooral preutse provinciaaltjes waren
- helaas!!!
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Februari
2009 nr. 24
Strategisch
zakendoen
Afgelopen week heerlijk gespeeld in DOKH2O. Mijn wens uit column
17 – ruig rocken zonder vooraf te oefenen - kwam uit. Het
was tevens de jaarlijkse bijeenkomst waarop het SixtiesAlive bestuur
verantwoording aflegde. Daarbij doemde een lijntje naar het verleden
op.
De voorzitter repte over een moeizame relatie. Niet thuis maar
met een lokale handelaar in muziekinstrumenten. Muzikanten voelden
zich er niet meer zo thuis en weken uit naar andere winkels.
Vijftig jaar geleden waren er twee muziekinstrumentenwinkels in
Deventer. Een grote in de Overstraat met als hoofdproduct grammofoonplaten
en op de Brink een radio/tvzaak met daarbij wat versterkers en
gitaren. Ik kocht in de Overstraat mijn gitaar waarmee ik afgelopen
zondag op het podium stond. De eerste maanden braken telkens lage,
dus dure snaren. Geklaagd. ‘Oorzaak zoeken’ was het
devies. Als 13-jarige met weinig zakgeld vroeg ik toen om gratis
nieuwe snaren. Maar dat kon niet. ‘Je kunt ook verkeerd
spelen’ was het wederwoord. Ik was dus dolblij dat er vlak
bij mijn huis in de Nieuwstraat een gespecialiseerde muziekinstrumentenwinkel
opende. Met futuristische EKO- en glanzende Hagströmgitaren.
Onze band was net gestart en werd in de watten gelegd. Nieuwe
dingen mochten we uitproberen en we kregen uitnodigingen voor
muziekbeurzen. Kortom een VIP-behandeling – en wij niet
alleen. En dat hoort ook zo. Muziek maken is voor het overgrote
deel emotie, een deel vaardigheid en een stukje hardware. Maar
juist die hardware is de omzet van de muziekinstrumentenhandel.
De simpele truc is dat de handelaar de emotie van de muzikant
begrijpt, daarop inspeelt én geweldige service geeft. Die
truc was onbekend in de Overstraat en leidde tot hun ondergang.
Tel uit je winst zei de slimmere leverancier: bij het opheffen
van hun band stond er zo’n 25.000 gulden aan nieuwwaarde.
(Daar kon je anno 1966 een aardig huis voor kopen…..) Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Januari
2009 nr. 23
Staakt
het vuren
Op de radio hoorde ik van het comité ’Staakt het
vuren’. Een van de doelstellingen is het verbod op het afsteken
van vuurwerk tijdens Oud en Nieuw. Daar kan ik helemaal achter
staan wanneer dit gebeurt in een zaal vol mensen. Bij het spelen
op menig Nieuwjaarsbal werden als geintje(?) rotjes afgestoken.
Gelukkig vielen bij ons nooit gewonden. Wel wekte het bij ons
fikse woede op. Het dagboek vermeldt dat onze oproepen de eerste
jaren weinig resultaat hadden. Later hielp populariteit want toen
werkte de zichtbare woede van onze bandleider. Voor de microfoon
brieste hij dat wanneer er nog één stuk vuurwerk
in de zaal zou ontploffen, de band acuut haar biezen zou pakken.
Dat hielp meteen – ook omdat de gezichten van de overige
bandleden toonden dat het menens was. Tegenwoordig zou onze actie
door psychologen en sociologen omschreven worden als ‘gezag
uitstralen gekoppeld aan handhaving met lik-op-stuk-beleid’.
Nooit gedacht dat wij dit ooit bereikt hebben zonder al die diepgeleerde
kennis. Maar misschien speel ik een beetje vals: dit voorval speelde
zich af in het diepste van het Overijsselse platteland. In een
tijd dat burgemeesters, pastoors en onderwijzers nog alle autoriteit
van de wereld hadden. Tevens was het roerige deel van de sixties
nog niet in zicht. Maar denk niet dat de toenmalige plattelandsjeugd
zich onbetuigd liet. Iemand had oliebollen bij zich en deze werden
als krentenverspreidende clusterbommen ingezet. Onbekommerd suisden
ze door de zaal. De werpers pasten echter wel op dat de vetlellen
het podium niet bereikten – over gezag gesproken! Vandaag
hoorde ik over de jaarlijkse oliebollentest van het AD. De kwaliteit
varieerde in rapportcijfers van 0 tot 10.
‘Gebruik inferieure oliebollen als vervangend vuurwerk’
kan dus een zeer effectieve slogan voor bovengenoemd comité
worden. En het helpt bovendien de gehele behangsector de crisis
door!Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
***
begin
pagina
December
2008 nr. 22
Vergeten
helden(daden)
Ik
was al begonnen aan een column met Sinterklaas in de hoofdrol
toen ik op drie achtereenvolgende dagen dingen tegenkwam die geen
toeval meer konden zijn. Afgelopen dinsdag zat ik in de trein
tegenover twee jonge sologitaristen. Zij spraken over techniek.
De jongste: ‘ik neem op mijn kamer mijn partij op, mail
dat naar de rest en die spelen verder in. Op de oefenavond scheelt
dat aardig wat tijd. En je kunt alles op een cd-tje zetten als
demo’. De ander vertelde dat dit hem niet lukte. Echter
met een apparaatje van € 37,50 zou dat ook gaan. Woensdag
sprak ik een man die boordwerktuigkundige bij een vliegtuigmaatschappij
was en zijn laatste reizen maakte. In moderne vliegtuigen blijkt
zo’n vakman niet meer nodig – de software repareert
zichzelf. Donderdag kwam het e-mail bericht dat een van onze vroegere
geluidstechnici zich aansloot bij SixtiesAlive. Deze drie zaken
verjoegen de Sint. Wat is er dan gaande? SixtiesAlive laat in
jamsessies muzikanten lekker spelen. De klassieke geluidstechnicus
is daar – net als de boordwerktuigkundige - niet meer nodig.
Daar zorgden digitale techniek en de prijsval van apparatuur voor.
De moderne geluidstechnici moeten weten welke plug in welk gat
hoort, maar hun belangrijkste taak is het mixen van binnenkomende
soundkanalen. Zij zijn daarmee de oren-op-afstand geworden van
de band. Dit verschil leverde bij mij de angst op dat de heldendaden
van die vroegere geluidstechnici vergeten worden. Zonder hun rokende
soldeerbouten en creatief geknutsel waren vele optredens gestrand,
waren er geen opnames meer uit die tijd. Vandaar mijn dringende
vraag aan alle muzikanten en vroegere geluidstechnici: stuur je
gruwelstories, reddende-engelen-anekdotes en vooral je sterke
verhalen naar mij op. Daarmee kunnen we tijdens jamsessies die
mannen interviewen. Ik zorg ervoor dat van die verhalen een boekje
en/of een geluidsdocument komt zodat we deze helden(daden) niet
vergeten. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
P.S.
De jamsessie die ik mij in de column van juli 2008 wenste, barst
los op 25 januari 2009!!
begin
pagina
***
November
2008 nr. 21
Wie
wat bewaart…..
Mijn
krant meldde de Vintage Drum Show en dat er verzamelaars van oude
drumstellen zijn. De show stond in het teken van het 100-jarig
bestaan van het drumstel. Vanaf toen kon er met handen en voeten
gespeeld worden omdat het basdrumpedaal uitgevonden was.Terugblikkend
heeft onze band goud in handen gehad. Eind
1961 kochten wij voor 50 piek een drumstel dat op de zolder van
een jeugdorganisatie stond. Inclusief basdrum, gemaakt van een
grote trom die ruim voor beide wereldoorlogen in een fanfare dienst
deed. Later was er een basdrumpedaal op gemonteerd. Die zat met
schroefjes, veertjes en tandwieltjes in elkaar en oogde als een
gemankeerd stoommachientje zonder ketel en uitlaat. Wij knapten
het drumstel voor f.2,50 op met wat blauwe verf en paarlemoerplasticplakpapier.
Daarna een drummer gezocht – deze kon amper over de gigantische
trom kijken. Probleempje: trommels en potdeksel klonken van geen
kant. Toen de band een paar maanden later enige inkomsten genoot,
werd snel een nieuw drumstel aangeschaft. Bij het woordje ‘inruil’
zei de winkelier begerig dat hij ongezien 50 gulden wilde geven.
Deal – dezelfde avond brengen en halen. Uit mijn dagboek:
‘Toen hij het nieuwe drumstel boven bracht en het oude zag,
verschoot hij van kleur bij de aanblik van het oude stel. Hij
had nog nooit zóiets ouds gezien zei hij’. Maar stel
dat hij dat ding op zolder bewaard had. Stel dat hij ermee naar
die Vintage Drum Show gegaan was. Hij had drie troeven in handen
om een geweldige prijs te bedingen: 1. de trom was minstens 90
jaar oud 2. het pedaal was handgemaakt 3. de trom was gerestaureerd
met typische zestigerjaren materialen. Tja, dan gaat nog steeds
het oude gezegde op ‘wie wat bewaart, heeft wat. Misschien
toch ook een tip voor mensen die nu nog aandelen Fortis hebben? Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Oktober
2008 nr. 20
Filmvreugd
Nederland
is terug van vakantie. De printshops die van je digitale foto’s
uitdeel- of schoorsteenlijstjesexemplaren maken, draaien op volle
toeren. Van degenen die alleen hun dure volautomatische filmcamera
hebben meegenomen, hoop je dat sommigen je nooit lastigvallen
met hun vakantie-impressies. Deze ellendelingen vullen een dvd
van twee euri met twee uur ongemonteerd beeld. Daarop staan vijf
minuten zoon Pietje die eendjes voert en zes minuten zijn pizza
herkauwt. Nog erger wordt het wanneer de cineast artistieke neigingen
voelt en partner Marietje tien minuten in beeld is bij ondergaande
zon en opkomende vloed. Iedere minuut Pietje of Marietje lijkt
zo uren te duren. Beleefd slaak je oehhh en aahhh kreten bij het
zien van pizza en zee. Op vriendelijk-zijn staat echter een fikse
straf: volgende vakanties moet je ook bekijken. Onlangs de filmproductie
van ons laatste optreden in 1967 weer gezien. Een groot contrast
met menig vakantiefilm want ik vond het nog steeds een flitsend
realistisch docudrama. Hoofdrollen voor bandleden, vriendinnen,
geluidstechnici en wat trouwe fans. Mijn toenmalige vriendin bediende
een simpele handinstelbare camera en voerde de regie. Zij moest
in drie minuten film vooral de sfeer van onze optredens naar voren
brengen. Zuinig zijn met seconden was de boodschap; een filmcassette
kostte destijds achttien gulden (voor jonge lezertjes € 8,20).
Een weekloon van leeftijdgenoten was niet meer dan vijftig gulden.
Bij vergelijking van beide films liggen twee conclusies voor de
hand. Eén: kwaliteit gaat boven kwantiteit. Twee: de beste
uitrusting betekent nog geen goed product. Zoals Derek Kok, onze
gitaarleraar al veertig jaar geleden zei: ‘un goeie gitarist
haalt meer uut un slechte spiekerdeuze dan een slechte gitarist
uut un goeie. Beide conclusies blijven actueel en gelden voor
alle facetten van het leven: bij filmen, bij muziek maken en bij
bankieren – om maar eens wat voorbeelden te noemen. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
September
2008 nr. 19
Unplugged
zonder drank
Ik
heb ze weer gezien en bewonderd. Ierse jongens en meiden die op
de veerboot hun instrumenten uitpakten en unplugged gingen spelen.
Twee gastjes trokken mijn aandacht. Net veertien, niet overgoten
met talent maar geweldig enthousiast. Ze waren dolblij toen ze
een drankje aangeboden kregen. ‘Cabaret Pierven’ flitste
het toen door mijn hoofd. Met Ben trad ik als veertienjarige eenmalig
op als duo The Screetchers (de Schreeuwers) - geheel unplugged.
Wij speelden in Huize Bloemendal tussen kamerschermen en suitedeuren.
Achter deze coulissen krijste een papagaai onbedaarlijk wanneer
wij onze nummers gingen inzetten. Het programma heette ‘Vanavond
zijn we uit’. Het bestond uit toneelstukjes met onvergetelijke
titels als Vergeetachtig, de Uitvinding, de Behanger, The Bretelboys
en Dappere huisvaders. Sketches afgewisseld met muziek van ons,
een accordeonvirtuoos en The Paramaribo Bongo Boys. Surinaamse
studenten van de landbouwschool die vaak in eetcafé De
Vlieghende Schotel speelden. Tophit was hun eigen walsje met als
refrein: ‘De vrouwen, de vrouwen zijn slecht’ (2x).
Zij stelen de centen van arme studenten. De vrouwen, de vrouwen
zijn slecht’. U begrijpt dat de tweede emancipatiegolf er
nog aan moest komen. Verder werden in de aankondiging de Silvestra’s
genoemd. Geen idee wat dat ploegje deed. In ieder geval geen acrobatiek
want mijn dagboek leert dat de bühne gelijkvloers was en
ik ‘bijna op schoot van een tandeloos oud mens zat’.Het
blije gevoel van de bootmuzikanten overviel ons die avond ook.
Vóór ons vertrek vroeg de directrice of wij nog
een glaasje bessen wilden. Tuurlijk, spannend voor jongetjes die
net hun eerste biertjes hadden gedronken. Maar zoals het een goede
directrice in de verzorgende sector betaamt, wilde zij niet verantwoordelijk
gesteld worden voor ons zedelijk verval: alleen de kleur was des
bessens. Geen bessenjenever maar aanmaaklimonade met teveel water
aangelengd: bezuinigingsdrift is van alle tijden. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Augustus
2008 nr. 18
Zwarte
magie?
Ik heb laatst ontzettend genoten van al die ouwe rockers op
de Brink. Wat mij opviel was hoeveel mannen er in het zwart
optraden. Daarom even gebladerd in Back to Beat, de encyclopedie
van de Deventer popscene. En wat zag mijn oog daar? Veel zwart-wit
foto’s. Echter een ongeoefend oog ziet al dat er bijna
niemand in een zwarte out-fit speelde. Begin jaren zestig zag
je nog bands in
k(l)eurige costuumpjes. Naar mate de decade
vorderde, verdwenen pakjes en gingen spijkergoed en kleurrijke
T-shirts overheersen. Via die kledingkeuze gaf iedere muzikant
zijn eigen IK bloot. Dat zette mij aan het denken. Waarom besluiten
oudere musici zich totaal in het zwart te hullen? Dit terwijl
ze juist met hun optreden jong-blijven, nostalgie en uitbundige
vrolijkheid propageren. Een enorme tegenstelling met hun zwarte
outfit. Kijk maar in het woordenboek onder ‘zwart’.
Eén waslijst van zwartgalligheden. Eventjes doordenken
dus. Bij mij passeerden de revue: mollige lijven afkleden (mis:
ik zag ook magere muzikanten in het zwart), jonger willen lijken
(onzin: make-up fabrikanten lukt dat ook niet), chique willen
zijn (geklets: rock and roll was een reactie op oubollige chiqueheid).
Of net als vroeger met je kleding je eigen IK tonen. Wat wordt
er dan met al dat zwart uitgedragen: wij zijn zwarte schapen
of zwartkijkers of zwartwerkers? Of: geloof in zwarte magie
– het ziet zwart voor je ogen en daardoor ga je beter
spelen.
Beste lezer, je kunt hier diepgaand over filosoferen maar het
kan net zo goed een praktische aanpak zijn voor een probleem
van oudere mannen. Ooit gedacht aan de gevolgen van druppel-incontinentie
wanneer je een lichte broek draagt? Dus mannen, laten we het
volgende afspreken: een zwarte broek is toegestaan mits het
daarboven kleurrijk is. Weet je nog, net zoals in die tijd toen
we nog jong waren…..Reacties: janklumper@sixtiesalive.nlPS
De rockband uit mijn vorige column heeft al een drummer, zanger
en slaggitarist. Welke snerpende sologitarist, dreunende bastgitarist
en rammende toetsenist sluit zich aan voor die eenmalige ruige
happening?
begin
pagina
***
Juli
2008 nr. 17
Bo
Didley? Wie?? BO DIDLEY!!!
Vorige
week gelezen dat Bo Didley gestorven was. Grondlegger van de
Rock and Roll. Tot mijn grote schande kende ik naam, man en
zijn vierkante gitaar niet. Daar zit je dan – overpeinzend
dat je juist Triviant wint door vragen over de muziek van de
jaren vijftig en zestig. Op You Tube geneusd: Bo had zelf geen
grote hits, wel herkende ik meteen zijn muziek en ritmes. Hij
werd maximaal gekopieerd door grootheden zoals Elvis, Chuck,
Eric en Stones. Dus via, via beïnvloedde Bo mij behoorlijk.
Toch gek, waarom kende ik hem niet? Vooral schuldig waren de
Nederlandse omroepen uit die tijd. Bestierd door mannetjes op
leeftijd die absoluut Rock and Roll moeten hebben gehaat. De
jeugd kreeg hoogstens een uurtje hits op vrijdagmiddag. Daarbij
draaide men liever Tutti Frutti van Pat Boone dan de ruige versie
van Little Richard. Verder kon het oosten zeer slecht de zeepiraten
ontvangen. Radio Luxemburg bediende ons aardig op zondagmiddag
maar dan werd de radio opgeëist door vaders die naar sport
luisterden. Terug naar You Tube genieten van Bo en vele andere
artiesten die pure Rock and Roll persten uit hun instrumenten
en kelen. Tjonge wat heb ik dat de laatste jaren gemist: zelf
die oerrock maken. Hitsige rauwe songs met drie, maximaal vier
akkoorden. Simpele gierende gitaarsolo’s, geram op piano’s
en loeiende saxofoons. Zo moet Rock and Roll zijn – agressie
opwekkend en na het dansen uitgeput aan de pils, al dan niet
met peuk. Dat gevoel moet onze generatie muzikanten toch weer
tevoorschijn kunnen toveren? Doet mee. Wij kunnen zonder oefenen
zeker tien nummers in DokH2O bij elkaar jammen. Zoals bijvoorbeeld
Long Tong Sally, Hello Josephine, Lucille, Johnny B good, Good
Golly Miss Molly, What'd I say, Blue Suede Shoes. Ik zorg voor
teksten. Meld je dus NU aan!
Reacties:janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Juni
2008 nr. 16
Theater
van het Sentiment
Wanneer
ik ’s avonds ergens cursus geef, verkneukel ik mij al
op de heenweg over mijn favoriete radioprogramma. Terug volg
ik altijd Het Theater van het Sentiment op Radio 2. Van acht
tot elf gaat het over vandaag, alleen flink wat jaren geleden.
Het grootste deel van het laatste uurtje beluister ik.
Gaat het over de zestiger jaren dan bekijk ik bij thuiskomst
mijn dagboeken.
En daarmee creëer ik mijn eigen voorstelling.
Afgelopen week ging het over een dag in mei in1962. Dagboek
erbij en zwelgen in sentiment. Die week deed onze band mee aan
een amateurwedstrijd – tegenwoordig wellicht Regionale
Idols genoemd. Op een lijst stonden wij laatst geplaatsts omdat
wij het bal-ná verzorgden. Ik overzag de lijst artiesten.
Naast gewone namen prijkten ook al gelikte showbusinessnamen:
de Mambolita’s, The Nightmares (‘met eigen werkjes’)
en de Tiroliëns (jodelzang). Volgens mijn verslag verliep
de avond rampzalig. Onze band had toen een zeer beperkte zanginstallatie.
De organisatie beloofde ons een fantastische geluidsman met
dito installatie. Spullen thuisgelaten. Die zanginstallatie
bestond uit één versterkertje met één
kristalmicrofoontje.
Onze chauffeur gauw terug en hijgend werd de eigen installatie
aangesloten.
De eerste Wet van Murphy luidt: Alles wat fout kan gaan, gaat
fout. Wij ontdekten die avond de tweede: Murphy is een optimist!
Wij kregen die avond de vijfde prijs. Onze puntenlijst vermeldde
bij het onderdeel Mimiek een streepje = 0 punten. Aan woede
en wanhoop op onze gezichten was geen aandacht besteed. Dat
gold ongetwijfeld voor alle andere zangers, kunstfluiters en
overige artiesten die avond. Zij zouden zich nog steeds moeten
kunnen revancheren als hommage aan hun moed en vertwijfeling.
Of
erger: voor een te vroeg geknakte carrière. Sixties Alive
geef hen na 46 jaar die kans - zet dan wel symbolisch een schandpaaltje
neer voor dat fantastische geluidsmannetje.
Reacties:janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Mei
2008 nr. 15
Onzedelijk
Koninginnebal
Altijd
feest Koninginnedag. Vroeger en nog steeds. Wel gaat het peil
achteruit verneem ik om mij heen. Maar dat geluid hoorde ik
ook al op een Koninginnebal begin zestiger jaren. Dáár
ging het toch onzedelijk aan toe.Wij waren een van de drie orkestjes
bij het Koninginnebal voor officieren in de Deventer Boreelkazerne.
Vooraf instructies wat mocht en vooral niet mocht. Zo was ‘die
wilde muziek van tegenwoordig’ uit den boze; er werden
van ons leuke moderne mopjes verwacht. Dat kon ook niet anders
zei men - in officierskringen was stijldansen de enige mogelijkheid:
‘de dames komen in het lang en de heren in hun gala-uniform’.
Deel 1 van de avond was voor onze band lijden. Er was geen kip
aanwezig. De officiersgarde zat keurig met hun dames bij een
stemmig orkestje. Met accordeon en saxofoon begeleidden oudere
heren hun bijna bejaarde zangeres. Zij smeet meedogenloos liedjes
als Maantje luister eens goed de zaal in terwijl de zanger meneer
Christiani als grote voorbeeld had. Op hun ballroommuziek werd
inderdaad stijlvol gedanst. De meeste bezoekers waren tegen
tienen bij de dixielandband in zaal twee beland. Hier werd losser
gedanst – een beetje swingen werd getolereerd. Wij stonden
voor zo’n vijf stelletjes te spelen. Tegen twaalven kwam
de horde eindelijk onze kant op. De samenwerking tussen Koning
Alcohol en onze ruige nummers was succesvol. Officiersjasjes
gingen uit en de dames sjorden hun rokken omhoog. Volgens de
oudste officieren konden deze onzedelijkheden niet getolereerd
worden. De aftakeling van het gezag later in de jaren zestig
wierp haar schaduw reeds vooruit. Bij Satisfaction kwam het
grootste oppervlak dij bloot te liggen. De oudsten beschouwden
dit als dieptepunt van het zedelijk peil. Gelukkig maakten ze
internet niet meer mee. Hun waarschijnlijke reactie: dit kan
niet getolereerd worden - vroeger, toen was het pas netjes!Reacties:janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
April
2008 nr. 14
Speeddating
Via
alle media wordt jong en oud Nederland overspoeld met mogelijkheden
om contact te leggen met een mogelijke partner. Hierbij blijkt
speeddating hot: in drie minuten een ander vertellen hoe aardig,
lief (en soms hoe vermogend) je bent. Dat werkt dus nog steeds.
Hoezo nog steeds? Onze band bestond bij de gratie van speeddating.
Reken maar mee. Begin zestiger jaren duurden liedjes nooit langer
dan tweeënhalf à drie minuten. Onze standaard serie
bevatte drie nummers.
Gemiddeld duurde een serie acht minuten. Die tijd had een nieuw
koppel hard nodig. Een jongen ging pas op een meisje af wanneer
hij de eerste tonen hoorde. Een Engelse wals of een ruige rock
maakte nogal verschil; vooral als je geen dansles had gehad.
Zo gingen de eerste 15 seconden verloren voor je het meisje
van je keuze bereikte. Samen zocht je een plekje op de dansvloer
– dat kostte eveneens 15 seconden. Eerst 30 seconden indansen,
noodzakelijk om beider ritme en beweging te coördineren.
Dan de wederzijdse verlegenheid overwinnen door puberaal te
lachen en opmerkingen over de band te maken – 60 seconden
foetsie. En eindelijk zes minuten om te speeddaten. Drie voor
hem en drie voor haar. Was het een gesprek van niks, dan brachten
volgende series nieuwe meisjes. Boeide het gesprek beide partijen,
dan werd in de volgende serie meer informatie uitgewisseld –
je kreeg zo wel 60 seconden bonustijd! Blééf het
interessant, dan werd in de loop van de avond de dansvloer ingewisseld
voor de vrije natuur. Moderne
speeddating kost veel meer dan het bovenstaande systeem. Gezien
de hoge kosten van levensonderhoud, hierbij mijn advies aan
ouwe rockers: ga meer optreden, maak korte nummers en kleine
series. Minister Rouvoet zal jullie dankbaar zijn: zonder enige
subsidie een hoger geboortecijfer. Maar… zou een politicus
zo’n succesvolle bemoeienis ooit willen erkennen?Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Maart
2008 nr. 13
Fraude
en omkooppraktijken
Heel Duitsland staat op zijn kop. Fraude en steekpenningen om
bedrijfsplannen door te drukken. In de bus hoorde ik: ‘dat
soort zaken zal in Nederland niet zo gauw lukken’. Wat
een optimist. Mij schoten onmiddellijk een fraudegeval en afkoopsommen
van vroeger te binnen. Onze drummer vervulde getrouw zijn dienstplicht.
Wanneer wij moesten spelen en hij wacht moest lopen, probeerde
hij zijn beurt te ruilen. Lukte dat niet dan mocht hij de wacht
afkopen voor maximaal 25 gulden. Dat maakte zijn ruilvraag uiterst
gewild. Meestal lukte dat dus behalve bij oefeningen. Onze band
had de goeie gewoonte ieder jaar een daverend feest te organiseren
voor de intimi. De datum werd een half jaar tevoren vastgezet.
In het leger zal een oefening waarschijnlijk eerder gepland
worden maar Jan Soldaat hoorde dat pas een paar weekjes tevoren.
Gevolg: drummerboy zou een geweldig feest missen. ‘Dat
nooit’ riepen de bandleden eensgezind. Dan maar een hogere
afkoopsom – tot 100 piek; een prima weekloon in die tijd.
Maar dat hielp niet. In de Koude Oorlog was immers iedere soldaat
hard nodig – zelfs bij oefeningen. Crisisberaad bracht
uitkomst. Op donderdag werd bij een drukker de tekst voor een
drukwerkje opgegeven. Oplage: twee stuks. De maandag daarop
overhandigde de drummer aan zijn commandant een trouwkaart van
zijn zus. De trouwdag viel toevallig precies op de dag van ons
feest. Zuslief ‘trouwde’ met de totaal-niet-bestaande
Jack Hamer in Deventer. Dat lag op flinke afstand van de garnizoensplaats.
Ver genoeg om drie dagen verlof te krijgen. Wat wérd
er die zaterdag gefeest. Voor de drummer kreeg het feest echter
een staartje. Zijn verkering raakte die avond uit! Hij werd
terstond om de oren geslagen met de kreet ‘God straft
direct’. Ik hou toch maar even in de gaten hoe die Duitsers
het er vanaf brengen.Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Februari
2008 nr. 12
Carnavalsrisico’s
Het zindert in ons stadje - carnaval is weer in zicht. De krant
meldde dat het best verkochte masker de haardos van Geert Wilders
is. Carnaval is ontstaan als protest tegen adel, regenten en
politici. Dit masker zaait volgens mij twijfel: wil de drager
protesteren of sympathiseren met de politicus? Ik vroeg mij
eveneens af: zouden er orkestjes zijn die betreffend haarstuk
collectief opzetten. Vroeger kenden wij deze dilemma’s
niet. Wij dachten over dit soort zaken absoluut niet na. Met
carnaval trokken wij aan wat leuk leek en vooral weinig kostte.
Van een etaleur konden wij Flintstonepoppen lenen. Met sleetse
lakens, textielverf en een rol behang met rotspatroon ontlook
het stenentijdperk op het podium. Deze act zou heden ten dage
nóg kunnen. Het jaar daarop plunderden wij wederom de
linnenkasten van onze moeders. Willy, de vriendin van onze geluidstechnicus,
naaide perfecte Klux-Klux-Klan-pakken. Tóén een
succes, tegenwoordig onmetelijk fout! Wisten wij veel. Carnavalsverenigingen
verbieden Mohammeds en Bin Ladentjes in optochten. Reden: verkleedpartijen
mogen niet tot moeilijkheden leiden. Rondom het relgevoelige
haardosje blijft het stil. Maar mijn eigen vertrouwde carnavalscostuum
kan dit jaar voor een ander soort moeilijkheid zorgen. Ik draag
al dertig jaar een boerenkiel. Deze verdwijnt langzamerhand
uit het carnavalsstraatbeeld. Door het programma Boer zoekt
vrouw heerst opeens de opinie dat boeren het moeilijk hebben
met het aangaan van relaties. Het besef daar iets aan te doen,
leeft vooral in de hoofden van vrouwen zonder relatie. En zie,
dan loopt daar opeens een boer vrij over straat! Levensgevaarlijk,
vragen om problemen. Daar heb ik wat op gevonden. Teksten op
een carnavalsoutfit moeten overbodig zijn; de uitdossing spreekt
voor zichzelf. Bij mij voegt een tekstje wél iets toe.
Ik speld een bordje op met ‘Reeds voorzien’. Zo
ga ik een rustige carnaval tegemoet – en anders mijn vrouw
wel. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
Januari
2008 nr. 11
Kansloze
hebzucht
In december appelleert de oudejaarsloterij aan mijn hebzucht.
Die wil ik dit jaar eens weerstaan. Ook omdat iemand zei dat
je bij die loterij de hoogste kans heb om een prijs te winnen.
Je reinste onzin want …..dat heb je alleen bij loterijen
van buurt- en sportverenigingen. Deze hebben 25 prijzen en verkopen
250 loten. Kans één op tien = 10%. Een wiskundige
rekende mij voor dat bij de Oudejaarsloterij de kans om 1000
euro of meer te winnen 0,007% is. De kans op die 20 miljoen
is 1 op 9.700.000!!!!. Dat noem ik kansloze hebzucht dus doe
ik er vanaf dit jaar niet meer aan mee. Ik ga mijn kansen kopen
bij buurt- of sportverenigingen. Daarmee heb ik ook nog eens
ervaring. Bij aardig wat feesten waar onze band optrad, hoorde
een verloting om de verenigingskas te spekken. Een lokale schone
of een clubbobo trok de lootjes. Het gebeurde menig keer dat
wij achter de coulissen zonder beschaafd eetgereedschap een
slagroomtaart sloopten. Deze hoofdprijs werd in kluiten genuttigd
waarna wij letterlijk en figuurlijk een vette blues konden inzetten.
Eens wonnen wij van twaalf prijzen er vier. Dat gaf gemor in
de zaal waarbij de woorden ‘doorgestoken kaart’
heftig klonken. Op de taart na, stelden wij de andere prijzen
gauw ter beschikking waarna de rust wederkeerde. Zo’n
type prijs heeft weinig met hebzucht te maken maar je krijgt
een heerlijk gevoel wanneer je zo’n taart wint. Mét
het schransmoment erbij loop je mentaal helemaal binnen. Maar
ik realiseer mij dat mentaal of financieel binnenlopen iets
heel anders is. Daarom toch nog even twee halve loten kopen.
Halfjes verdubbelen mijn kansen. Win ik die hoofdprijs dan is
de keerzijde wél dat ik met 10 miljoen uit moet zien
te komen. En ook dat is kansloze hebzucht. Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
December
2007 nr. 10
Toezichthouders
In de kranten lees je tegenwoordig steeds meer over toezichthouders.
De overheid heeft een toezichthouder voor de post en telecommunicatiemarkt.
Het bedrijfsleven zoekt toezichthouders voor hun directies.
Het toezichthoudersmodel is hot. Het aardige is dat ik ooit
een van de pioniers mocht ontmoeten: de pastoor van Luttenberg.
Hij stelde zijn parochiehuis open voor de danslustige jeugd
maar zijn invloed was de hele avond merkbaar; hoewel er over
het begrip de hele avond heden ten dage wel enig ophef zou ontstaan.
Om zeven uur beginnen en absoluut om 10 uur eindigen - en geen
minuut later.
Om gemengde huwelijken te voorkomen, werd aan de deur streng
toezicht gehouden of de jongeren lid waren van het Luttenbergse
Katholieke Jongeren Kontact. Meneer pastoor was niet de hele
avond zichtbaar maar deed invallen. Plots stond hij dan in de
zaal en keek af- of goedkeurend naar de 100 jongeren die het
zaaltje deden uitpuilen. Na ons nummer met de hoofdverlichting
úit en de feeërieke verlichting áán,
dook hij prompt op bij het podium. Met niet te verhullen verwijt
in zijn stem verkondigde hij dat de grote lampen niet meer uitmochten.
Maar zoals ook bij de overheid en in het grote bedrijfsleven
kunnen toezichthouders falen. Ook dat werd in Luttenberg al
dramatisch duidelijk. Na het laatste nummer wilden twee meisjes
het aangrenzende struikgewas laten zien aan twee bandleden.
Zij passeerden daarvoor slinks de observatiepost van meneer
pastoor. Tijdens de terugreis werd gevraagd of de pastoor de
vier nog gezien had– want wij wilden graag de klandizie
behouden. Het antwoord kwam er op neer dat de man echt niets
gezien kón hebben. En, voegden de twee er bijna juichend
aan toe: God ziet alles maar verlinkt niets! Terwijl ik dit
schrijf, bekruipt mij over dat laatste de twijfel want we mochten
er nooit meer optreden…..Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
november
2007 nr. 9
Innovatief
hergebruik
Nobelprijswinnaars
en kopen van snaren inspireerden mij dit keer. Al Gore beveelt
innovaties aan voor verbeterd klimaat. Winnende economen leggen
ingewikkelde theorieën uit met het kopen van tweedehands
auto’s. Ik voelde meteen dat wij voorop liepen met hergebruik
en innovaties. Ga maar na: mijn eerste versterker verrees uit
een oude radio. Veilingkisten werden luidsprekerboxen. De tweede
kop op een bandrecorder bracht - zeer innovatief - een echoapparaat
voort.
Aan onze grootste innovatie ging beursbezoek vooraf. Aangeboden
werd een draadloze verbinding tussen microfoon en versterker.
Kosten ruim 6000 gulden - toen een jaarsalaris van Jan Modaal.
Onbereikbaar totdat een van onze geluidsmannen uit gebruikte
onderdelen een werkend systeem knutselde voor dertig piek. Bij
het volgende optreden kwam onze sologitarist op vanuit de andere
kant van de zaal. Dertig meter verderop speelde de rest. Het
systeem werkte prima totdat midden in de zaal de frequentie
afboog en onze herkenningsmelodie onherkenbaar werd. Erger,
het publiek geloofde het niet. Dat dacht aan geknoei met bandopnames.
Dus einde oefening, einde experiment.
Nu de snaren. In de snarenwinkel testte de verkoper vorige week
nét een draadloos systeem. Nieuw en duur vertelde hij:
450 euro - een weekloontje tegenwoordig. Vernieuwend was de
frequentiewijziging want voorgaande systemen vielen wel eens
uit. Ja, dan komt Huib mijn netvlies op. Sorry jongen, achteraf
gezien hadden wij jou door moeten laten innoveren. Waren die
problemen misschien al 40 jaar de wereld uit. Het ging echter
zoals met veel innovaties: je moet er zelf in geloven maar vooral
het grote publiek.
En beste Al, bij beginnende bands gaat het niet om duurzaamheid
maar puur om de centen. Als die er niet zijn, moet je wat doen
om op te kunnen treden. Dan maar met tweede handsjes liefst
opgepimpt met zelfgeknutselde aanpassingen. Juist …..
innovatief hergebruik.Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
***
oktober
2007 nr. 8
Meer
watts, meer pret?
Ik las in de krant dat Jan Akkerman – die geweldige gitarist
– gedeeltelijk doof was. Bij concerten had hij tegenwoordig
oordopjes in. Hij vertelde dat hij gelukkig steeds vaker jongeren
ook die dingen bij zijn concerten zag dragen. Da’s toch
van de gekke. Fiks betalen voor een bonk geluid en dan oordopjes
indoen. U en ik weten een simpele en goedkope oplossing: de
versterker zachter zetten. Maar ja dat gaat ten koste van de
roes zegt Akkerman in hetzelfde interview. Dit soort opmerkingen
kriebelt meteen bij mij. Wij kregen vrij vaak ons publiek in
een roes. Hoe speelden wij dat in hemelsnaam klaar met onze
schamele zes versterkertjes van samen amper 350 watt? (En daarmee
speelden wij op half vermogen de Buitensoos – geen klein
zaaltje – finaal plat.)
Een paar vergelijkingetjes die misschien wat mank gaan: een
normaal stereootje in uw huiskamer heeft tegenwoordig 2x75 watt,
de eigenaar van een opgepimpt Peugeootje verklaarde onlangs
op tv dat hij 2x200 watt had ingebouwd, de Rolling Stones beschikten
in de Kuip over ruim 200.000 (ja die vijf nullen kloppen) watt.
Moet ik dan maar instemmen met Akkerman’s verborgen conclusie:
per watt meer roes? Natuurlijk niet. Die roes ontstaat uit de
wisselwerking van enthousiast publiek en het vakmanschap van
de band. Hoe werkt dat in de praktijk. Iedere band heeft allereerst
haar eigen publiek. Muzikanten programmeren in de loop van de
avond nummers die passen bij het moment. Daarvan komt het volkje
behoorlijk los. Hierbij meestal gestimuleerd door enige alcoholconsumptie,
het tempo en jawel het volume. Wat is dan er tegenwoordig anders
dan toen? Eigenlijk niets behalve soms wat XTC en uiteraard
het aantal watts – maar ja dat mag je niet meerekenen
want daar heb je nu je oordopjes voor in.
Reacties
Jan klumper.
begin
pagina
***
september
2007 nr.7
Telefonische
acquisitie
Gisterenavond een verveelde mevrouw aan de telefoon gehad die
mij een ‘geweldig’ financieel aanbod deed. Ik kon
dan op mijn 60e stoppen met werken. Verspilling van geld van
haar opdrachtgever - ik ben ruim 60. Een vriend deelde mijn
kleine ergernis niet; ik moest als ouwe man deze moderne manier
van werving accepteren. Ja, daaag, 46 jaar geleden hingen wij
regelmatig aan de telefoon om ergens te kunnen spelen. Dan belden
wij geen ex-zaaleigenaren op maar uitbaters die wél dansfestijnen
hielden. De simpele vraag was of zij nog muziek nodig hadden.
Op
een snikhete zondagochtend in juli 1961 deden wij zo’n
telefonisch rondje na het oefenen. Meteen beet. Een pretpark
kon diezelfde middag wel een band gebruiken. Als net gestarte
band kregen we een reusachtig aanbod: gehaald, gebracht, tientje
de man, vijf consumpties en een broodmaaltijd tegen zessen.
Over een halfuurtje terug bellen. Paniek. Onze toenmalige zingende
zusjes lagen in het zwembad. Met een ‘het is zeer ernstig
mevrouw’ de omroepster van het Rielerbad verleid de dames
om te roepen. Dat lukte. De drummer bleef spoorloos, niet zo’n
probleem want er was toch geen drumstel; dat was net weggehaald
door de uitlener. Antwoord: we komen!! Binnen een half uur stond
een Volkswagenbusje met open laadbak voor. Niet alleen instrumenten
werden in de laadbak gestouwd maar ook de muzikanten. Na 200
meter stapten we alweer uit: lekke band. Muzikaal gezien werd
het die middag een ramp. Enthousiast ging onze werving door
met steeds meer succes. Dat lag grotendeels aan de kwaliteit
van onze optredens. Maar ook aan het nauwkeurig spotten en benaderen
van zaalhouders en jongerenverenigingen. Tegenwoordig wordt
dit marketing genoemd. Doe je dat goed dan zijn er winsten te
behalen: meer omzet, minder ergernis bij mogelijke klanten en
vooral een opgewekte mevrouw aan de telefoon.
Reacties: janklumper@sixtiesalive.nl
begin
pagina
|