Schier Psychadelic


Voor velen is de zomer vakantietijd. Zo ook voor de ambitieuze Deventer popgroep u it de Sixties, die echter het nuttige met het aangename verenigde. Vanaf 1965 trok Return of Ex in juli en augustus voor zo'n zes weken naar het prachtige Waddeneiland Schiermonnikoog om daar in dancing Paal 3 de boel wat op te vrolijken. De laatste zomer van het Sixties decennium werden de honneurs waargenomen door een gelegenheidsband, die bestond uit restanten van Return of Ex en de Skybolts. Later zou deze combinatie verder gaan als Backyard.
Deze zomerse optredens zijn omgeven door vele bijzondere voorvallen en anekdotes.

Allereerst was er de huisvesting. Alle bandleden, aanhang en andere ongenode gasten logeerden in een piepkleine 100 jaar oude arbeiderswoning aan de Voorstreek. Het huisje had één koud water kraantje en een echte plee: een plank met en gat en daaronder een emmer, die iedere ochtend om acht precies door ome Willem werd geleegd.
Hoofdbewoner was de bejaarde heer W. Dijkstra, beter bekend als ome Willem of lytse (kleine) Willem. Lytse Willem liep krom vanwege een bochel was niet groter dan 1.45 meter. Hij was liefhebber van pruimtabak, waarvan hij de fluimen op meters afstand in een kwispedoor wist te mikken (beter maar een stapje opzij doen voor het beste resultaat), en van jonge jenever. Ome Willem was intelligent, scherpzinnig en wijsgerig. Begin jaren 70 kreeg hij landelijke bekendheid door een uitgebreid portret in het NCRV TV programma Showroom. In enig voorjaar haalde hij de voorpagina van de Telegraaf onder de kop Huisraad aangezien voor huisvuil. Ome Willem had in de eerste voorjaarszon zijn meubels buiten gezet om een beetje (veel) te luchten. IJverige reinigingsambtenaren pakten de hele boel op een gooiden het op de wagen. Toen even later de fout werd ontdekt had de kraakinstallatie zijn werk gedaan. In het dorp werd een inzameling gehouden voor nieuwe meubels. Elk jaar opnieuw zei ome Willem, dat het nu de laatste keer was, dat de horde kon komen logeren. Om deze slechte berichten af te zwakken werd steeds dezelfde tactiek gehanteerd. Voordat de hele groep naar de Voorstreek toog, werd eerst geld gelapt om een grote fles jenever te kopen. De minst controversiële figuur werd vervolgens vooruitgestuurd om ome Willem ook dit jaar weer te verrassen met de fles. Uiteraard kon, of wilde, hij de verleiding niet weerstaan en opnieuw konden de hele groep voor de laatste keer logeren.
De kosten voor logies waren 50 cent per persoon per overnachting. De gemeente Schiermonnikoog gooide daar nog eens 100% toeristenbelasting bovenop.

In het huisje en een klein schuurtje ernaast logeerden in de hoogtijdagen meer dan 30 gasten. Men lag in slaapzakken op de vloer in alle kamers, op zolders en in de bedsteden. Vooral degenen in de bedstee, met een lengte van 1.5 meter, kwamen 's-morgens gebroken uit bed. Om 8:00 uur werden de mensen, die in de woonkamer sliepen, gewekt door ome Willem die zich dan met de strontemmer in de hand een weg baande over de nog slapende meute. Het ontwaken was een combinatie van wakker worden en direct weer bedwelmd raken door de alles doordringende geur van de strontemmer.
Hoe dan ook, voor ons lag de nieuwe dag en er was altijd nog het strand om verder te slapen.

Tegen vijf uur in de middag ging de tocht van het strand naar Jeugdhotel om daar te douchen. Het ene kraantje bij ome Willem was niet geheel voldoende om de 30 logees schoon te houden. Om zes uur was het warm eten (veel voor weinig), ook in het Jeugdhotel. De bandleden waren ongekend populair op het eiland en maakten daar bij alle gelegenheden gebruik (misbruik) van. Onder aanvoering van Geo Dijkhuis was elke entree en elke maaltijd een performance.Veel lawaai, grappen en grollen en knoeien met eten. Eens werden melige pruimen als nagerecht geserveerd. Met de opmerking: De pruimen zijn niet te pruimen gooide Geo een pruim door de zaal. Het idee vond navolging en binnen de kortste keren was het één groot pruimengevecht in de eetzaal.
Na het eten snel naar huis om te verkleden. Daarna te voet over de Badweg naar Paal 3.

Dancing Paal 3 aan het einde van de Badweg was overdag een café - restaurant en vanf 1969 een Chinees restaurant. Om acht uur 's-avonds werden de laatste gasten naar buiten gewerkt en gingen de tafels en stoelen aan de kant om een dansvloer en 'gezellige' zitjes te maken. Bedrijfsleidster Carla was een kenau, die de wind er flink onder had. Dus weinig gedonder. In de tent
Elke avond speelde de band tot een uur of één. Nog een laatste pilsje en weer te voet naar huis. Oudere eilandbewoners en vaste gasten kunnen zich deze voettochten nog goed herinneren. Naar men zegt ging het er nogal luidruchtig aan toe.

In 1970 werd voor het laatst in Paal 3 gespeeld. De flower power, psychedelica en hashgebruik waren op een hoogtepunt. Gebruik van wiet zou een inspirerende invloed hebben op de muzikale prestaties. Er werd in de band besloten om het ook maar eens te gebruiken om zo naar ongekende hoogten te stijgen. Vaste bezoeker Tycho uit Utrecht (vaste vraag: Moet je nog pudding vogel ??) wist in Groningen wel een adresje waar je spul kon halen. Opnieuw werd er gelapt en Tycho werd op expeditie gestuurd. Na een lange reis met boot, bus en trein arriveerde hij tegen de avond weer op het eiland. Omdat niet iedereen rookte werd besloten een deel van de hash door het eten te doen en om er thee van te zetten. Nadat het spul was geconsumeerd was iedereen vol spanning in afwachting van de dingen die gingen komen.
De band was die avond wat eerder in Paal 3. Er zaten nog mensen te eten. De angst sloeg ons om het hart! We zagen meters hoge vlammen uit de rechauds komen en mensen praatten met echo. …cho …cho. De bandleden raakten lichtelijk in paniek omdat niemand van de aanwezigen reageerde op de vuurzee.
John Koopman was plotseling verwenen; hij bleek, nadat hij bij alle bezoekers om pepermuntjes had gevraagd, alleen nog onder de tafel te willen zitten.
Nadat de eters weg waren, en dat was heel snel, was het grote moment daar: de band ging spelen zoals ze nooit eerder hadden gedaan! Iedereen op het podium was verrukt van de nieuwe muzikale vondsten. Op een gegeven moment werd het volgende nummer aangekondigd. De gitarist zette zijn gitaar in de hoek en ging aan een tafeltje zitten. Op de vraag van de verbaasde andere bandleden: Wat doe je nou dan? was het antwoord: Het is toch pauze!
Nadat de hele avond 'fantastisch' was gespeeld begon de hash zijn magische invloed te verliezen. Pisnijdig kwam bedrijfsleidster Carla aan het eind van de avond op de heren af met de mededeling dat als er nog één keer zo slecht gespeeld werd de groep kon vertrekken.

De dagen daarna werd weer gewoon gespeeld en kwam alles toch nog goed. Nog vele jaren nadien was de Voorstreek een veel bezocht vakantieadres voor de musici in ruste.


Terug naar begin.