1961 - 1966
Vlnr. Vriendschap en plezier waren bij The Starfighters belangrijker dan het halen van de top
Het plezier uitte zich onder meer door verkleed op het podium te verschijnen.
Zo zien we de band als de Flintstones, Zwarte Pieten, in een ku klux clan achtige
outfit en als passagiers in de bus.
In de loop van vijf jaar 'bandleven' gebeurt er nogal wat. Niet
alleen de maatschappelijke interesse maar ook de voorkeur voor muziekstijlen ging
per bandlid verschillen.
De bandleden ontmoetten elkaar daarna nog geregeld maar reünie-optredens
zijn beperkt gebleven en dit willen de bandleden absoluut zo houden.
Rol Naam Periode Vertrokken naar Orgel Ben Hafkamp 1961 - 1966 Sologitaar Ben van Raan 1961 - 1966 Basgitaar Ton Driesen 1961 - 1966 Slagitaar Jan Klumper 1961 - 1966 Drums Henny Boogmans 1961 - 1966 Zang Marianne Stegeman 1965 - 1966
Optredens met bekende artiesten: 'B-side' Go-Ahead liet zich al gelden
De band heeft in het begin één keer met een talentenshow meegedaan en één keer
met een teenagershow. Omdat de band door het spelen van twee of drie nummers
niet de sfeer kon opbouwen zoals ze wilden, werd besloten niet meer aan dit
soort optredens mee te doen. Het effect was merkbaar. Er werd niet minder maar
juist meer gespeeld bij deze evenementen. De band heeft vaak na een teenagershow
het bal verzorgd 'om de sfeer er lekker in te krijgen'. Deze shows werden vaak
gehouden ter gelegenheid van Oranje- en dorpsfeesten en dan ook nog in tenten.
Zeildoek als 'buitenmuur' was akoestische treurnis. De 50 watt versterkers voldeden
in iedere zaal. De Buitensoos werd er mee plat gespeeld maar in een tent vervloog
al het geluid. Het was moeilijk om daar het volume en de stemming in te krijgen.
Vijf jaar avonturen uit een 'jongensboek'
Oefenen: van zolder naar psychiatrische inrichting
Optredens: leve de verzuiling….
In het begin was de band ook de 'redding' van organisatoren die vergeten hadden
een band te huren of waarvan de band die zou komen spelen net toevallig enkele
dagen voor het optreden door ruzie uit elkaar gevallen was. Zo werd de band op
16 december 1961 gecontracteerd om de 2e kerstdag in De Vecht bij Terwolde te spelen.
Optredens met perikelen
Het was een erbarmelijk gezicht. Het parochiehuis
hield in: een kamer dat een café bleek te zijn, een opstapje waardoor
je op iets kwam waardoor je in de gymzaal annex danszaal kwam. Op het
toneel stonden tafels en stoelen. Wij dachten dat we die zo konden verwijderen
maar dat mocht niet want daar moest een kwart van het publiek opzitten.
Maar in grote zalen liep het lang niet altijd op rolletjes. In Zutphen speelde de
band in Het Casino boven een bioscoop. Hier stormde ten tijde van
de hit 'PlumPlum Jenka' de filmoperator woedend het toneel op.
De controle had begin zestiger jaren nog niet van de nieuwe moraal geproefd:
Ieder vogeltje……
De lijdensweg 'vervoer'
'En om twaalf uur stond de taxi voor. Er mochten officieel
maar vijf mensen mee. Helaas, wij waren met z'n achten. En de chauffeur,
die al lelijk uit zijn doen was door het rijden door de binnenlanden zei 'ik maak
er geen bus van'. Ton zei echter 'niets mee te maken, gewoon doorduwen'
En daar zaten wij (de meesten half aangeschoten) met z'n achten in een grote
Ford Sedan. We waren tenslotte om 1 uur thuis.'
Dienstplicht: wacht afkopen en fake-huwelijk
Op deze geluidsinstallatie werden de drie gitaren en de microfoon aangesloten – en
hiermee werd opgetreden in kleine zalen. (In die tijd konden bezoekers nog tijdens
de muziek rustig met elkaar een praatje maken).
De verdiensten werden de eerste jaren hoofdzakelijk geïnvesteerd in nieuwe spullen.
Uitzonderlijke geluidstechnici: in 1964 ging de band al draadloos (af)
The Starfighters
(The Lutines)
Ontstaan
Voorloper van de Starfighters was de skiffle groep de Lutines (kwelgeesten).
De groep werd gevormd door vier gitaristen Jan Klumper, Peter van Lier, Ton Driessen,
Ben van Raan en theekist bassist Marcel van Lier. Niet geheel tevreden met de naam
en de bezetting werden deze in maart 1961 gewijzigd. De nieuwe naam werd The Starfighters.
De bezetting was nu Ben Hafkamp (accordeon, orgel), Ben van Raan (sologitaar),
Ton Driessen (basgitaar), Jan Klumper (slaggitaar) en M. Hafkamp (drums).
De zang was in handen van Ria en Thea Hafkamp. Zij werden vervangen door
ex-Skybolts-zangeres Marianne Stegeman; de nieuwe drummer werd Henny Boogmans.
Daarna kende de groep geen wisselingen in de bezetting, een unicum.
Het niet-wisselen van bandleden was veel meer gebaseerd op hechte vriendschap
en het hebben van plezier dan op het halen van de hoogste muzikale aspiraties.
Zo konden twee van de bandleden met moeite een enkele noot lezen. Toen er eens
onverhoopt een nummer op papier gezet moest worden, werd dit gedaan door
de geluidstechnicus die ooit trombone had gespeeld bij de Sint Lebuinus Harmonie.
Echter de grootste verandering was dat schooljongens volwassen werden.
Prioriteit nr 1 'muziek maken' werd het laatste jaar ruim verdrongen door
relatie aangaan en in dit verlengde trouwen en kinderen krijgen.
Niemand wilde doorgaan als (semi)'broodmuzikant', dus zag ook niemand brood
in een wisseling in de bezetting. 'Samen uit, samen thuis' was en bleef het
motto van de vriendenclub. Vandaar dat er januari 1966 samen een eindpunt
werd vastgesteld. De op dat moment verste boeking zou het laatste optreden
worden: 18 december 1966. Voor fl. 5250 werd
het gehele instrumentarium aan de firma Reichenbach terug verkocht
Een optreden tijdens 'Sixties Alive' is en blijft daarom een uitzondering.
Repertoire
Divers en vooral niet te moeilijk!
De Starfighters waren gericht op een heel breed publiek en hadden geen
pecifieke stijl.
Het repertoire was hier een afspiegeling van zodat er altijd
goed ingespeeld kon worden op de wensen van het publiek. Maar bij de repertoirekeus
liet zich ook het gebrek aan muzikale vorming voelen: wat de bandleden hoorden konden
ze spelen (en wat ze níét konden spelen, hoorden ze niet!).
Vanaf het begin was de San Antonio Rose de herkenningsmelodie. Deze werd in
de loop der tijd in verschillende ritmes en stijlen uitgevoerd.
Voorbeelden uit het repertoire in de beginperiode:
- Nederlandstalig (Kom van dat dak af, Rockin Billy),
- een snufje Duitstalig (Seemann, Laila),
- Engels (Living doll, Are you lonesome tonight)
-wat Zuid- Amerikaans (Sucu-Sucu, BB met R).
Ruig (Hippy, hippy, shake) afgewisseld met romantisch (Buona Notte).
Veel instrumentaal (Spotniks, Shadows).
Soms werd in de stijl van Django
Reinhart gespeeld (Sweet Georgia Brown) waarbij de invloed van hun
gitaarleraar - Derk Kok gitarist van de Las Cubanas - duidelijk merkbaar was.
Optredens
Het werkgebied van de band lag in Deventer en omstreken. Dit breidde
zich snel uit tot heel Overijssel en Gelderland, Drente en een enkele keer Duitsland.
In de laatste drie jaren werd er zo'n 100 keer per jaar opgetreden met als
vaste bakens de optredens in de Buitensociëteit in Deventer en in de Smidse te Wilp.
Schnabbelende artiesten waren ook begin zestiger jaren een bekend verschijnsel.
Vaak ondergebracht in show- en dansavonden waarbij de Starfighters het Bal Na verzorgden.
De band liep dan ook veel artiesten tegen het lijf: Trea Dobbs, Sandra Reemer met haar
broer Frankie, Ilonka Biuska en Daisy Bell om maar eens een paar toen bekende
corifeeën te noemen.
In de Harmonie in Twello traden vaak landelijk bekende artiesten op binnen het
optreden van de 'band van de dag'. Zo maakten The Starfighters daar kennis met
Rob de Nijs met zijn Lords en met Ria Valk die vanuit haar kleedkamer aan
een verbouwereerd bandlid vroeg om haar in een strak kledingstuk te helpen.
De ontmoeting met de langste nasleep bleek die met Johnny Lion en zijn
Jumping Jewels te zijn. Het opzetten van de apparatuur van de
begeleidingsband duurde nogal lang. Een aantal vurige Go-Ahead aanhangers
begon toen maar een variant op hun lijflied te zingen. In plaats van 'En
we gooien Willem Beltman in de IJssel' (Beltman was de toenmalige manager
van de voetbalploeg) zongen ze 'En we gooien Johnny Lion in de IJssel'.
Jaren later, toen Johnny L weer gewoon Jantje de Leeuw heette, verklaarde
hij in een tv-interview dat hij in zijn glorietijd maar één keer doodsbenauwd
was geweest; jawel hoor van woedende voetbalsupporters in Deventer die dreigden
hem in de IJssel te gooien….
Bijzonderheden
Achteromkijkend hadden The Starfighters een brugfunctie tussen de oubollig
werkende amusementsorkesten van de jaren 50 en de popgroepen nieuwe stijl.
De 'oude' orkesten hadden een repertoire van alles wat wils (als het maar niet
te wild werd) en de popgroepen bestonden uit jongeren die vaak in één stijl muziek
maakten en gericht waren op een eigen specifieke publieksgroep.
The Starfighters bedienden een breed publiek met een breed repertoire en als het
mogelijk was in een entertainmentsfeer. Ze hadden thema-optredens compleet met
decors, verkleedpartijen en de magische lichtbol (tegenwoordig te zien in iedere
discotheek).
De kick van de band was het publiek verrassen wat mede mogelijk gemaakt werd door
de inzet van zusters en vrienden van de bandleden en geluidstechnici.
Z
o werd de nieuwe kleding gepresenteerd door poppen in de oude pakken de avond te
laten openen. Met Sinterklaas werd opgetreden als zwarte pieten, een vakantiebal
werd opgesierd met decors met landschap met bus waarin de bandleden zaten.
Aan Kerstmis en Pasen werd aandacht besteed en met carnaval stond de band verkleed
op het podium; bijvoorbeeld in een Flintstones-outfit.
Wie heden ten dage gesprekken met de bandleden voert, krijgt de indruk dat er vijf
jaar lang intensief gemusiceerd is en veel avonturen zijn beleefd.
Dit wordt bevestigd door de drie 'dagboeken' met 450 pagina's handgeschreven tekst,
een film, veel foto's en geluidsopnames vooral uit de begintijd. Al dit materiaal
levert een sfeerbeeld van het bandleven in de beginjaren zestig waaruit een
scenarioschrijver een aardige comedyserie zou kunnen distilleren.
Uit de dagboeken is een aantal gebeurtenissen, situaties en belevenissen
geselecteerd die een indruk geven van zowel de 'barre' als hilarische omstandigheden
waarin The Starfighters (maar waarschijnlijk ook de meeste andere amateurbands) met
plezier en overgave hun hobby uitoefenden.
In de begintijd werd er op de zolder van het huis van de familie Klumper geoefend.
Dit ging met meer enthousiasme dan met decibels gepaard. De eerste versterker leverde
een vermogen van 10 watt voor de sologitarist en een radio gaf via de pick-up ingang
de slaggitaar meer volume. Dit was voor de rest van de inwonenden best te harden.
De verhuizing van de familie bracht een kleiner huis en het oefenen gebeurde in een
slaapkamer die pal boven de huiskamer lag. Doordat er meer opgetreden werd, werd de
capaciteit van de versterkers flink uitgebreid en vertoonde de lamp in de huiskamer
steeds meer slijtage door de wilde slingerbewegingen die plaatsvonden tijdens de
twee keer in de week dat de band oefende. Oefenen-thuis werd toch een beetje bezwaarlijk.
Uitkomst bracht Bernard Hafkamp die als kok ging werken in de Sint Josefstichting een
psychiatrische instelling in Apeldoorn. Hier mocht de band de recreatiezaal gebruiken
om te oefenen. De tegenprestatie was twee keer per jaar een concert geven voor de
patiënten. Een geweldige deal.
Deze concerten waren uniek. Groot enthousiasme,
vooral die keer toen een man uitbundig krijsend zijn verzoeknummer 'Sucu-Sucu'
kenbaar maakte en daarvoor het toneel op wilde stormen. Hij werd keurig opgevangen
door twee verplegers met een injectienaald in de aanslag. Kenmerkend voor de band
die altijd probeerde haarfijn op de wensen van zijn publiek in te spelen werd de
man al gorgelend en onder de tonen van Sucu-Sucu de zaal uitgeleid.
Begin zestiger jaren bestond de verzuiling nog volop.Vier van de vijf bandleden
zaten of hadden gezeten op de rk Jongens-ULO aan het Spijkerpad en hiermee is
grotendeels de start via de katholiek zuil te verklaren.
Het huwelijksmarktcircuit van destijds, waarin onder andere het Deventer
Jongeren Kontakt (Dejoko) en Ojoko (Olst) een plaats hadden, maakte dankbaar
van The Starfighters gebruik. Eerst omdat ze zo goedkoop waren en later omdat
ze zo populair waren.
Door het succes van deze optredens kwamen aanbiedingen van rk toneel- en
zangverenigingen voort. Deze organiseerden altijd dansen na afloop van de
voorstelling (het zogenaamde 'Bal Na') om toeschouwers te lokken en de kas
te spekken.
Zelfs werden The Starfighters ooit ingehuurd om voor de propaganda-avond van de
toenmalige Katholieke Volks Partij te spelen.
Maar na het verstrijken van de eerste anderhalf jaar kwamen ook andere gezindten
aan de deur met een enkele keer de vraag of de bandleden hun religieuze komaf
voor zich wilden houden.
Belangeloos werd opgetreden ten bate van de inzamelingsacties bijvoorbeeld van
het door een aardbeving getroffen Dousadj in Perzië.
Voordat de band in grotere zalen optrad werd er noodgedwongen en om begrijpelijke
kwalitatieve redenen veel ervaring opgedaan in de meest onbeschrijfelijke holen.
Het kleinste podium was dat van een café in Twello waar de hele band op een biljart
moest plaatsnemen en de baas vond dat de band in moest schikken omdat de mensen hun
glazen niet op het 'podium' kwijt konden.
Maar ook parochiehuizen in de kleinste dorpen waren berucht.
Uit het dagboek 29 oktober 1961:
Wij kwamen in de verdrukking want ook achter ons zaten mensen en die
hadden de voor ons gereserveerde stoelen bezet en we konden ze er met
geen mogelijkheid afkrijgen'
en verderop:
Zo stootte iemand zijn kop aan een meterkastje en al het licht en onze
versterkers vielen uit. Het was onmiddellijk weer verholpen maar nu hadden die
boeren telkens weer de gein door met een klap op de meterkast de lichten te doven.
Gelukkig werd om kwart voor tien het bal gesloten met een verloting.
Door het ritmisch stampen dat bij deze muziek hoorde, schudde de onder
ons podium liggende projector heftig heen en weer met alle ontevredenheid
van de filmliefhebbers van dien. In de volgende contracten werd onverbiddelijk
het spelen van Letkiss-achtige dansen verboden.
In De Vecht een gehucht bij Terwolde, moest vroeg in de avond om 7 uur begonnen
worden en de pastoor keek om 10 uur om de hoek en maande dat er gestopt moet worden.
In Heeten bestond nog de dansmeester die opgaf wanneer er een foxtrot, of weense
of engelse wals moest komen. Daar stoorden The Starfighters zich niet aan – zij
mochten hier dan ook noooooit meer terugkomen.
In een zaal in Klarenbeek was het commerciële resultaat van de avond direct
zichtbaar. De winst voor de uitbaatster kon worden afgemeten aan de lengte van
de stukken droge worst die de eigenares na het optreden persoonlijk als trofeeën
aan de bandleden verstrekte.
Zang was niet de beste kant van de band. Alleen Henny Boogmans kon aardig meekomen
maar hij was drummer en meestal 'weggestopt' achter de grote trom. Om Henny dichtbij
zijn vele vrouwelijke fans te brengen moest hij dus naar de voorgrond en
verving Bernard Hafkamp hem achter de drums. Dit lukte alleen goed met rustige nummers.
Deze op praktische gronden gebaseerde romantische aanpak, verstevigde alom de reputatie
van Henny als hartenbreker bij de vrouwelijke aanhang.
Om meer vocale nummers te krijgen waagden de overige bandleden weleens een schorre
poging doch uiteindelijk werd besloten een zangeres (of zangeressen) te zoeken die
voor meer afwisseling moesten zorgen.
De zoekprocedure startte niet al te professioneel. Meisjes werden uitgenodigd op
nogal uiteenlopende gronden. Voorop stonden vaak de uiterlijkheden van de dames
en de persoonlijke sympatie van individuele bandleden. Daaarna werd op de
auditie-avond wel afgewacht of de dame in kwestie een aardige stem had en
toonvast was.
Afwijzingen waren hoofdzakelijk gebaseerd op te weinig muzikale kwaliteit.
Maar ook in de weg stonden eens de eisen van de ouders over 'het tijdstip van
thuiskomen van hun dochter'.
Uiteindelijk werd de botte bijl gehanteerd en werd op grond van stem, ervaring
en beschikbaar repertoire de zangeres van The Skybolts een transfer aangeboden.
Marianne Stegeman versterkte vanaf januari 1965 de band.
Zou er een enquete komen onder de bandleden wat het meest problematisch was,
dan zou 'vervoer' ongetwijfeld het hoogst scoren.
In den beginne was er niets. Meestal waren er vaders die met een 'lelijke eend'
of met een bestelwagen 's middags de apparatuur aanvoerden. Hierna spoedden de
bandleden zich per fiets of bus naar de plek waar gespeeld moest worden. Na het
optreden of de andere dag, werden instrumenten en geluidsinstallatie weer met één
keer rijden door de vaders opgehaald.
De bromfiets werd populair toen de reisafstanden groter werden. Bernard Hafkamp
kreeg van zijn oom de VW-bestelbus mee waarmee door de week Leerkes-roggebrood
werd bezorgd. Instrumenten en geluidsinstallatie in de bus, nog een aantal
mensen erin proppen en de rest op de bromfiets: geluidstechnicus Gerard
Elzebroek op een Typhoon (een geweldige buikschuiver), Jan Klumper op de
veredelde solex: de Spartamatic en Henny Boogmans op een opgevoerde Kapitein
Mobilette die alle Puchs en Kreidlers voorbij reed.
Maar hoe meer er opgetreden werd en hoe meer er verdiend werd, hoe beter het
vervoer geregeld werd. Naast het bovenvermelde vervoer reisden The Starfighters
in een open Volkswagen Pick Up om op een mooie zomerzondagmiddag in een uitspanning
op te treden.
De band mocht een zomer lang een oud Fordbusje gebruiken waarin een grossier door
de week zijn tere aardbeiden vervoerde. Alles functioneerde behalve de
achteruitversnelling en de uitlaat was ietwat poreus. Wanneer er verkeerd
gereden was en in het binnenland op een smalle weg gekeerd moest worden,
bleek wat een geolied team de band was. Als commando's stormden de bandleden
uit de auto - namen met militaire precisie hun plaatsen in en duwden de auto achteruit.
Binnen een paar seconden zat de ploeg weer in de auto, rolde de schuifdeur
dicht en gaf de chauffeur gas. Verderop in het aardbeienseizoen startte het
beestje slecht en mochten de leden ook het vooruit-duwen beoefenen. Toen de
aardbeien op waren, bleek de auto eveneens op. Taxibedrijf Oostendorp moest
de band ver achter Apeldoorn repatriëren.
Uit het dagboek:
Na de periode van het huren van luxe VW-busjes kwam het tijdperk van de eigen
auto's met aanhangwagen. Het waren grote vijfdehands zescilinders zoals een
Ford Zephyr, een Mercedes Benz en als laatste een Opel Kaptein
Voor veel bands was de dienstplicht van hun muzikanten een bottle-neck.
Ook voor the Starfighters. Bernard Hafkamp, Ton Driessen en Henny Boogmans
moesten in dienst.
Waar andere bands hun muzikanten wisselden om continuïteit te creëren,
The Starfighters namen daar geen genoegen mee. Zo werden er fikse bedragen betaald
om andere dienstplichtigen te bewegen het wachtlopen van een Starfighter af te kopen.
Maar dat lukte niet altijd. Vooral de vervanging van de drummer gaf vaak problemen.
In alfabetische volgorde waren reservedrummers Frans de Brie, Gerrit Groot Willink
(Dynamite Rockets, Ruffians, Outlook),
Aad van Kampen, Roy Nolten (Jivaro's) en Jan Wittenberg.
Doordat een oefenschema van de Koninklijke Landmacht wijzigde zou Henny Boogmans een
geweldig feest missen. Afkopen kon niet maar een fictieve trouwerij bracht
uitkomst… door één (1) huwelijkskaart te laten drukken waarop de zus van
Henny trouwt met een volslagen onbekende man. Henny kreeg drie dagen extra
verlof om inderdaad feest te vieren – zij het niet met zusterlief.
Management
eigen haard is goud waard…
Alle organisatorische zaken deden de bandleden met meer of minder plezier zelf.
Boekingen werden verzorgd door Jan Klumper die in vijf jaar slechts één dubbele
boeking maakte. Zo kwam het dat na het optreden in de Smidse in Wilp er in een
noodgang naar het 10-jarig bestaan van KHC in de Lindeboom in Schalkhaar geraced
werd.
Binnen 45 minuten klonk de herkenningsmelodie twee maal. In de tussentijd
werd er afgebroken, ingeladen, gereden, uitgeladen, geïnstalleerd en bijgestemd.
PR kreeg bijzondere aandacht. Niet alleen door de optredens. Er zullen destijds
weinig bands zijn geweest die binnen een paar maanden na hun oprichting beschikten
over eigen briefpapier en visitekaartjes. Later aangevuld met voorgedrukte contracten,
goudbedrukte kerstkaartjes en de al genoemde aankondigingen van fake-trouwerijen.
Dit had niets te maken met het overhebben van geld maar alles met het feit dat de
sologitarist leerling typograaf was en zijn tijd (maar meestal die van zijn de baas) vaak besteedde aan gratis drukwerk voor de band.
Ben werkte bij Drukkerij Salland, waar ook het Deventer Dagblad gemaakt werd.
Maar hij kon niet verhinderen dat de naam van de band in de 'Wat is er dit weekend
te doen-pagina' vaak niet goed gedicteerd werd door de opgever van de advertentie.
Bij namen als De Star Figthers, The Starsighters Staarfaters The Star Fithers
The Stargffighters met gitaarbegeleiding' konden de lezers zich nog wel wat
voorstellen maar met namen als The Starfi of The Flayters werd het moeilijker
om te bepalen waar je in het weekend ging dansen.
Discografie
Geen
Apparatuur
De beginboedel bij de start was zachtjes uitgedrukt nogal vertederend.
De sologitarist had van zijn broer een oude gitaar gekregen. Door met
dubbelzijdig plakband een elementje aan te brengen kon Ben van Raan
versterkt spelen op deze vingertopverwoester.
De slaggitarist was nijver als vakantiewerker aan de slag gegaan en kocht
een merkloze electrische gitaar – die het overigens anno 2000 nog goed doet.
Hij speelt erop tijdens het concert van Sixties Alive.
De basgitarist kocht een tweede hands halfakoestische Höfnergitaar.
Verder werd voor f. 165,- een 10 watt zelfbouwversterker gekocht, voor f.60,-
een microfoon en f. 65,- een grote luidspreker waar een timmerman voor f.20,-
aan materiaal (veilingkist, triplex en watten (!) een box van maakte. Voor
ruim 300 gulden kon de band aan de slag.
De accordeonist speelde op een Hohner en gebruikte tamboerijn of sambaballen voor
de nummers waarin de klanken van zijn hoofdinstrument minder gewenst waren.
Van een jongerenvereniging werd voor f. 50,- een vijftigste-hands drumstel van echt
nog van voor de oorlog gekocht. Een avondje schuren en verven en Hennie Boogmans kon
aan de slag.
foto 7
Dit drumstel werd als eerste vervangen door een drumstel ter waarde van f.450,-.
De onderhandelingen over de inruil verliepen soepel. In de winkel kraaide
de verkoper 'ik geef er ongezien honderd gulden voor'. Dit bod werd meteen
geaccepteerd. Toen de muziekhandelaar de andere week het nieuwe drumstel kwam
brengen en het oude drumstel zag verschoot hij werkelijk van kleur. Hij wilde het
geval niet eens meenemen maar door het ruimtegebrek werd het meenemen afgedwongen.
De beloning van de bandleden bestond uit 2 x per jaar een groot feest met vrienden
en vriendinnen, een etentje en de eerste jaren een gezamenlijke kampeervakantie.
De accordeon werd een Hohner-electronisch orgel, het ratjetoe aan gitaren werd
vervangen door een set EKO's en later Burns. De geluidinstallatie werd Dynacord
waarbij ieder zijn eigen installatie kreeg.
Het plakboek geeft door een collage een overzicht van de 'eindsituatie'.
Noem bij The Starfighters de geluidsmannen géén veredelde pluggensoldeerders
en versterkersjouwers. De geluidstechnicus die meestal meeging was Gerard
Elzebroek maar ook zijn zwager Huib Barkey ging vaak mee. Beide waren electronici
bij de luchtmacht en waren goed voor diverse technische hoogstandjes. Zo bouwden
zij een aantal koppen in een oude bandrecorder er er was 'plots' echo. Toen Jan
Klumper op zaterdagnacht een versterker uit zijn handen liet glippen, kon er 's zondags
toch opgetreden worden. Helaas miste het thuisfront een avondje televisie want daaruit
waren een paar onderdelen geleend want 'de band moest toch spelen!'.
Huib was sterk in het experiment. Zo was de band in oktober 1964 naar de Muziekbeurs
in Hilversum geweest. Nieuw waren de peperdure draadloze 'zend- en
ontvangstinstallaties' voor muzikanten. Een paar maanden later had Huib
een set gebouwd zo groot als een pakje sigaretten en voor f.35,-. Tijdens de
oefenavond werkte het spul redelijk goed; Huib zou een en ander nog bijstellen
en dan zou de band een uitstekende primeur hebben. Het eerste (en enige) optreden
in de Smidse verliep teleurstellend. Ben van Raan kwam al spelend op van de andere
kant van de zaal triomfantelijk kijkend naar de reactie van de zaal. Maar het
publiek dacht aan een flauwe grap. Het veronderstelde dat er achterop het toneel
een bandrecorder op een versterker aangesloten was. Ze kregen de stunt pas door toen
de frequentie zich niet zo stabiel gedroeg. Het geluid van de sologitaar 'zwabberde'
van goed via ruis tot stilte en weer terug. Na de herkenningsmelodie werd snel op
het 'ouderwetse' snoer teruggegrepen.