The Starfighters

(The Lutines)

1961 - 1966


Vlnr.


Ontstaan
Voorloper van de Starfighters was de skiffle groep de Lutines (kwelgeesten). De groep werd gevormd door vier gitaristen Jan Klumper, Peter van Lier, Ton Driessen, Ben van Raan en theekist bassist Marcel van Lier. Niet geheel tevreden met de naam en de bezetting werden deze in maart 1961 gewijzigd. De nieuwe naam werd The Starfighters. De bezetting was nu Ben Hafkamp (accordeon, orgel), Ben van Raan (sologitaar), Ton Driessen (basgitaar), Jan Klumper (slaggitaar) en M. Hafkamp (drums). De zang was in handen van Ria en Thea Hafkamp. Zij werden vervangen door ex-Skybolts-zangeres Marianne Stegeman; de nieuwe drummer werd Henny Boogmans. Daarna kende de groep geen wisselingen in de bezetting, een unicum.
Het niet-wisselen van bandleden was veel meer gebaseerd op hechte vriendschap en het hebben van plezier dan op het halen van de hoogste muzikale aspiraties. Zo konden twee van de bandleden met moeite een enkele noot lezen. Toen er eens onverhoopt een nummer op papier gezet moest worden, werd dit gedaan door de geluidstechnicus die ooit trombone had gespeeld bij de Sint Lebuinus Harmonie.

Vriendschap en plezier waren bij The Starfighters belangrijker dan het halen van de top Het plezier uitte zich onder meer door verkleed op het podium te verschijnen. Zo zien we de band als de Flintstones, Zwarte Pieten, in een ku klux clan achtige outfit en als passagiers in de bus.

In de loop van vijf jaar 'bandleven' gebeurt er nogal wat. Niet alleen de maatschappelijke interesse maar ook de voorkeur voor muziekstijlen ging per bandlid verschillen.
Echter de grootste verandering was dat schooljongens volwassen werden. Prioriteit nr 1 'muziek maken' werd het laatste jaar ruim verdrongen door relatie aangaan en in dit verlengde trouwen en kinderen krijgen.
Niemand wilde doorgaan als (semi)'broodmuzikant', dus zag ook niemand brood in een wisseling in de bezetting. 'Samen uit, samen thuis' was en bleef het motto van de vriendenclub. Vandaar dat er januari 1966 samen een eindpunt werd vastgesteld. De op dat moment verste boeking zou het laatste optreden worden: 18 december 1966. Voor fl. 5250 werd het gehele instrumentarium aan de firma Reichenbach terug verkocht

De bandleden ontmoetten elkaar daarna nog geregeld maar reünie-optredens zijn beperkt gebleven en dit willen de bandleden absoluut zo houden.
Een optreden tijdens 'Sixties Alive' is en blijft daarom een uitzondering.

Rol

Naam

Periode

Vertrokken naar

Orgel

Ben Hafkamp

1961 - 1966

 

Sologitaar

Ben van Raan

1961 - 1966

 

Basgitaar

Ton Driesen

1961 - 1966

 

Slagitaar

Jan Klumper

1961 - 1966

 

Drums

Henny Boogmans

1961 - 1966

 

Zang

Marianne Stegeman

1965 - 1966

 


Repertoire
Divers en vooral niet te moeilijk!
De Starfighters waren gericht op een heel breed publiek en hadden geen pecifieke stijl.
Het repertoire was hier een afspiegeling van zodat er altijd goed ingespeeld kon worden op de wensen van het publiek. Maar bij de repertoirekeus liet zich ook het gebrek aan muzikale vorming voelen: wat de bandleden hoorden konden ze spelen (en wat ze níét konden spelen, hoorden ze niet!).
Vanaf het begin was de San Antonio Rose de herkenningsmelodie. Deze werd in de loop der tijd in verschillende ritmes en stijlen uitgevoerd. Voorbeelden uit het repertoire in de beginperiode:
- Nederlandstalig (Kom van dat dak af, Rockin Billy),
- een snufje Duitstalig (Seemann, Laila),
- Engels (Living doll, Are you lonesome tonight)
-wat Zuid- Amerikaans (Sucu-Sucu, BB met R).
Ruig (Hippy, hippy, shake) afgewisseld met romantisch (Buona Notte). Veel instrumentaal (Spotniks, Shadows).
Soms werd in de stijl van Django Reinhart gespeeld (Sweet Georgia Brown) waarbij de invloed van hun gitaarleraar - Derk Kok gitarist van de Las Cubanas - duidelijk merkbaar was.
Optredens
Het werkgebied van de band lag in Deventer en omstreken. Dit breidde zich snel uit tot heel Overijssel en Gelderland, Drente en een enkele keer Duitsland. In de laatste drie jaren werd er zo'n 100 keer per jaar opgetreden met als vaste bakens de optredens in de Buitensociëteit in Deventer en in de Smidse te Wilp.

Optredens met bekende artiesten: 'B-side' Go-Ahead liet zich al gelden
Schnabbelende artiesten waren ook begin zestiger jaren een bekend verschijnsel. Vaak ondergebracht in show- en dansavonden waarbij de Starfighters het Bal Na verzorgden. De band liep dan ook veel artiesten tegen het lijf: Trea Dobbs, Sandra Reemer met haar broer Frankie, Ilonka Biuska en Daisy Bell om maar eens een paar toen bekende corifeeën te noemen.
In de Harmonie in Twello traden vaak landelijk bekende artiesten op binnen het optreden van de 'band van de dag'. Zo maakten The Starfighters daar kennis met Rob de Nijs met zijn Lords en met Ria Valk die vanuit haar kleedkamer aan een verbouwereerd bandlid vroeg om haar in een strak kledingstuk te helpen.
De ontmoeting met de langste nasleep bleek die met Johnny Lion en zijn Jumping Jewels te zijn. Het opzetten van de apparatuur van de begeleidingsband duurde nogal lang. Een aantal vurige Go-Ahead aanhangers begon toen maar een variant op hun lijflied te zingen. In plaats van 'En we gooien Willem Beltman in de IJssel' (Beltman was de toenmalige manager van de voetbalploeg) zongen ze 'En we gooien Johnny Lion in de IJssel'.
Jaren later, toen Johnny L weer gewoon Jantje de Leeuw heette, verklaarde hij in een tv-interview dat hij in zijn glorietijd maar één keer doodsbenauwd was geweest; jawel hoor van woedende voetbalsupporters in Deventer die dreigden hem in de IJssel te gooien….

De band heeft in het begin één keer met een talentenshow meegedaan en één keer met een teenagershow. Omdat de band door het spelen van twee of drie nummers niet de sfeer kon opbouwen zoals ze wilden, werd besloten niet meer aan dit soort optredens mee te doen. Het effect was merkbaar. Er werd niet minder maar juist meer gespeeld bij deze evenementen. De band heeft vaak na een teenagershow het bal verzorgd 'om de sfeer er lekker in te krijgen'. Deze shows werden vaak gehouden ter gelegenheid van Oranje- en dorpsfeesten en dan ook nog in tenten. Zeildoek als 'buitenmuur' was akoestische treurnis. De 50 watt versterkers voldeden in iedere zaal. De Buitensoos werd er mee plat gespeeld maar in een tent vervloog al het geluid. Het was moeilijk om daar het volume en de stemming in te krijgen.


Bijzonderheden
Achteromkijkend hadden The Starfighters een brugfunctie tussen de oubollig werkende amusementsorkesten van de jaren 50 en de popgroepen nieuwe stijl.
De 'oude' orkesten hadden een repertoire van alles wat wils (als het maar niet te wild werd) en de popgroepen bestonden uit jongeren die vaak in één stijl muziek maakten en gericht waren op een eigen specifieke publieksgroep.
The Starfighters bedienden een breed publiek met een breed repertoire en als het mogelijk was in een entertainmentsfeer. Ze hadden thema-optredens compleet met decors, verkleedpartijen en de magische lichtbol (tegenwoordig te zien in iedere discotheek).
De kick van de band was het publiek verrassen wat mede mogelijk gemaakt werd door de inzet van zusters en vrienden van de bandleden en geluidstechnici. Z
o werd de nieuwe kleding gepresenteerd door poppen in de oude pakken de avond te laten openen. Met Sinterklaas werd opgetreden als zwarte pieten, een vakantiebal werd opgesierd met decors met landschap met bus waarin de bandleden zaten.
Aan Kerstmis en Pasen werd aandacht besteed en met carnaval stond de band verkleed op het podium; bijvoorbeeld in een Flintstones-outfit.

Vijf jaar avonturen uit een 'jongensboek'
Wie heden ten dage gesprekken met de bandleden voert, krijgt de indruk dat er vijf jaar lang intensief gemusiceerd is en veel avonturen zijn beleefd.
Dit wordt bevestigd door de drie 'dagboeken' met 450 pagina's handgeschreven tekst, een film, veel foto's en geluidsopnames vooral uit de begintijd. Al dit materiaal levert een sfeerbeeld van het bandleven in de beginjaren zestig waaruit een scenarioschrijver een aardige comedyserie zou kunnen distilleren.
Uit de dagboeken is een aantal gebeurtenissen, situaties en belevenissen geselecteerd die een indruk geven van zowel de 'barre' als hilarische omstandigheden waarin The Starfighters (maar waarschijnlijk ook de meeste andere amateurbands) met plezier en overgave hun hobby uitoefenden.

Oefenen: van zolder naar psychiatrische inrichting
In de begintijd werd er op de zolder van het huis van de familie Klumper geoefend. Dit ging met meer enthousiasme dan met decibels gepaard. De eerste versterker leverde een vermogen van 10 watt voor de sologitarist en een radio gaf via de pick-up ingang de slaggitaar meer volume. Dit was voor de rest van de inwonenden best te harden.
De verhuizing van de familie bracht een kleiner huis en het oefenen gebeurde in een slaapkamer die pal boven de huiskamer lag. Doordat er meer opgetreden werd, werd de capaciteit van de versterkers flink uitgebreid en vertoonde de lamp in de huiskamer steeds meer slijtage door de wilde slingerbewegingen die plaatsvonden tijdens de twee keer in de week dat de band oefende. Oefenen-thuis werd toch een beetje bezwaarlijk.
Uitkomst bracht Bernard Hafkamp die als kok ging werken in de Sint Josefstichting een psychiatrische instelling in Apeldoorn. Hier mocht de band de recreatiezaal gebruiken om te oefenen. De tegenprestatie was twee keer per jaar een concert geven voor de patiënten. Een geweldige deal.
Deze concerten waren uniek. Groot enthousiasme, vooral die keer toen een man uitbundig krijsend zijn verzoeknummer 'Sucu-Sucu' kenbaar maakte en daarvoor het toneel op wilde stormen. Hij werd keurig opgevangen door twee verplegers met een injectienaald in de aanslag. Kenmerkend voor de band die altijd probeerde haarfijn op de wensen van zijn publiek in te spelen werd de man al gorgelend en onder de tonen van Sucu-Sucu de zaal uitgeleid.

Optredens: leve de verzuiling….
Begin zestiger jaren bestond de verzuiling nog volop.Vier van de vijf bandleden zaten of hadden gezeten op de rk Jongens-ULO aan het Spijkerpad en hiermee is grotendeels de start via de katholiek zuil te verklaren.
Het huwelijksmarktcircuit van destijds, waarin onder andere het Deventer Jongeren Kontakt (Dejoko) en Ojoko (Olst) een plaats hadden, maakte dankbaar van The Starfighters gebruik. Eerst omdat ze zo goedkoop waren en later omdat ze zo populair waren.
Door het succes van deze optredens kwamen aanbiedingen van rk toneel- en zangverenigingen voort. Deze organiseerden altijd dansen na afloop van de voorstelling (het zogenaamde 'Bal Na') om toeschouwers te lokken en de kas te spekken.
Zelfs werden The Starfighters ooit ingehuurd om voor de propaganda-avond van de toenmalige Katholieke Volks Partij te spelen.
Maar na het verstrijken van de eerste anderhalf jaar kwamen ook andere gezindten aan de deur met een enkele keer de vraag of de bandleden hun religieuze komaf voor zich wilden houden.

In het begin was de band ook de 'redding' van organisatoren die vergeten hadden een band te huren of waarvan de band die zou komen spelen net toevallig enkele dagen voor het optreden door ruzie uit elkaar gevallen was. Zo werd de band op 16 december 1961 gecontracteerd om de 2e kerstdag in De Vecht bij Terwolde te spelen.
Belangeloos werd opgetreden ten bate van de inzamelingsacties bijvoorbeeld van het door een aardbeving getroffen Dousadj in Perzië.

Optredens met perikelen
Voordat de band in grotere zalen optrad werd er noodgedwongen en om begrijpelijke kwalitatieve redenen veel ervaring opgedaan in de meest onbeschrijfelijke holen.
Het kleinste podium was dat van een café in Twello waar de hele band op een biljart moest plaatsnemen en de baas vond dat de band in moest schikken omdat de mensen hun glazen niet op het 'podium' kwijt konden.
Maar ook parochiehuizen in de kleinste dorpen waren berucht. Uit het dagboek 29 oktober 1961:

Het was een erbarmelijk gezicht. Het parochiehuis hield in: een kamer dat een café bleek te zijn, een opstapje waardoor je op iets kwam waardoor je in de gymzaal annex danszaal kwam. Op het toneel stonden tafels en stoelen. Wij dachten dat we die zo konden verwijderen maar dat mocht niet want daar moest een kwart van het publiek opzitten.
Wij kwamen in de verdrukking want ook achter ons zaten mensen en die hadden de voor ons gereserveerde stoelen bezet en we konden ze er met geen mogelijkheid afkrijgen'

en verderop:
Zo stootte iemand zijn kop aan een meterkastje en al het licht en onze versterkers vielen uit. Het was onmiddellijk weer verholpen maar nu hadden die boeren telkens weer de gein door met een klap op de meterkast de lichten te doven. Gelukkig werd om kwart voor tien het bal gesloten met een verloting.

Maar in grote zalen liep het lang niet altijd op rolletjes. In Zutphen speelde de band in Het Casino boven een bioscoop. Hier stormde ten tijde van de hit 'PlumPlum Jenka' de filmoperator woedend het toneel op.
Door het ritmisch stampen dat bij deze muziek hoorde, schudde de onder ons podium liggende projector heftig heen en weer met alle ontevredenheid van de filmliefhebbers van dien. In de volgende contracten werd onverbiddelijk het spelen van Letkiss-achtige dansen verboden.

De controle had begin zestiger jaren nog niet van de nieuwe moraal geproefd:
In De Vecht een gehucht bij Terwolde, moest vroeg in de avond om 7 uur begonnen worden en de pastoor keek om 10 uur om de hoek en maande dat er gestopt moet worden.
In Heeten bestond nog de dansmeester die opgaf wanneer er een foxtrot, of weense of engelse wals moest komen. Daar stoorden The Starfighters zich niet aan – zij mochten hier dan ook noooooit meer terugkomen.
In een zaal in Klarenbeek was het commerciële resultaat van de avond direct zichtbaar. De winst voor de uitbaatster kon worden afgemeten aan de lengte van de stukken droge worst die de eigenares na het optreden persoonlijk als trofeeën aan de bandleden verstrekte.

Ieder vogeltje……
Zang was niet de beste kant van de band. Alleen Henny Boogmans kon aardig meekomen maar hij was drummer en meestal 'weggestopt' achter de grote trom. Om Henny dichtbij zijn vele vrouwelijke fans te brengen moest hij dus naar de voorgrond en verving Bernard Hafkamp hem achter de drums. Dit lukte alleen goed met rustige nummers.
Deze op praktische gronden gebaseerde romantische aanpak, verstevigde alom de reputatie van Henny als hartenbreker bij de vrouwelijke aanhang. Om meer vocale nummers te krijgen waagden de overige bandleden weleens een schorre poging doch uiteindelijk werd besloten een zangeres (of zangeressen) te zoeken die voor meer afwisseling moesten zorgen.
De zoekprocedure startte niet al te professioneel. Meisjes werden uitgenodigd op nogal uiteenlopende gronden. Voorop stonden vaak de uiterlijkheden van de dames en de persoonlijke sympatie van individuele bandleden. Daaarna werd op de auditie-avond wel afgewacht of de dame in kwestie een aardige stem had en toonvast was.
Afwijzingen waren hoofdzakelijk gebaseerd op te weinig muzikale kwaliteit. Maar ook in de weg stonden eens de eisen van de ouders over 'het tijdstip van thuiskomen van hun dochter'.
Uiteindelijk werd de botte bijl gehanteerd en werd op grond van stem, ervaring en beschikbaar repertoire de zangeres van The Skybolts een transfer aangeboden. Marianne Stegeman versterkte vanaf januari 1965 de band.

De lijdensweg 'vervoer'
Zou er een enquete komen onder de bandleden wat het meest problematisch was, dan zou 'vervoer' ongetwijfeld het hoogst scoren.
In den beginne was er niets. Meestal waren er vaders die met een 'lelijke eend' of met een bestelwagen 's middags de apparatuur aanvoerden. Hierna spoedden de bandleden zich per fiets of bus naar de plek waar gespeeld moest worden. Na het optreden of de andere dag, werden instrumenten en geluidsinstallatie weer met één keer rijden door de vaders opgehaald.
De bromfiets werd populair toen de reisafstanden groter werden. Bernard Hafkamp kreeg van zijn oom de VW-bestelbus mee waarmee door de week Leerkes-roggebrood werd bezorgd. Instrumenten en geluidsinstallatie in de bus, nog een aantal mensen erin proppen en de rest op de bromfiets: geluidstechnicus Gerard Elzebroek op een Typhoon (een geweldige buikschuiver), Jan Klumper op de veredelde solex: de Spartamatic en Henny Boogmans op een opgevoerde Kapitein Mobilette die alle Puchs en Kreidlers voorbij reed.
Maar hoe meer er opgetreden werd en hoe meer er verdiend werd, hoe beter het vervoer geregeld werd. Naast het bovenvermelde vervoer reisden The Starfighters in een open Volkswagen Pick Up om op een mooie zomerzondagmiddag in een uitspanning op te treden.
De band mocht een zomer lang een oud Fordbusje gebruiken waarin een grossier door de week zijn tere aardbeiden vervoerde. Alles functioneerde behalve de achteruitversnelling en de uitlaat was ietwat poreus. Wanneer er verkeerd gereden was en in het binnenland op een smalle weg gekeerd moest worden, bleek wat een geolied team de band was. Als commando's stormden de bandleden uit de auto - namen met militaire precisie hun plaatsen in en duwden de auto achteruit.
Binnen een paar seconden zat de ploeg weer in de auto, rolde de schuifdeur dicht en gaf de chauffeur gas. Verderop in het aardbeienseizoen startte het beestje slecht en mochten de leden ook het vooruit-duwen beoefenen. Toen de aardbeien op waren, bleek de auto eveneens op. Taxibedrijf Oostendorp moest de band ver achter Apeldoorn repatriëren. Uit het dagboek:

'En om twaalf uur stond de taxi voor. Er mochten officieel maar vijf mensen mee. Helaas, wij waren met z'n achten. En de chauffeur, die al lelijk uit zijn doen was door het rijden door de binnenlanden zei 'ik maak er geen bus van'. Ton zei echter 'niets mee te maken, gewoon doorduwen' En daar zaten wij (de meesten half aangeschoten) met z'n achten in een grote Ford Sedan. We waren tenslotte om 1 uur thuis.'
Na de periode van het huren van luxe VW-busjes kwam het tijdperk van de eigen auto's met aanhangwagen. Het waren grote vijfdehands zescilinders zoals een Ford Zephyr, een Mercedes Benz en als laatste een Opel Kaptein

Dienstplicht: wacht afkopen en fake-huwelijk
Voor veel bands was de dienstplicht van hun muzikanten een bottle-neck. Ook voor the Starfighters. Bernard Hafkamp, Ton Driessen en Henny Boogmans moesten in dienst.
Waar andere bands hun muzikanten wisselden om continuïteit te creëren, The Starfighters namen daar geen genoegen mee. Zo werden er fikse bedragen betaald om andere dienstplichtigen te bewegen het wachtlopen van een Starfighter af te kopen. Maar dat lukte niet altijd. Vooral de vervanging van de drummer gaf vaak problemen. In alfabetische volgorde waren reservedrummers Frans de Brie, Gerrit Groot Willink (Dynamite Rockets, Ruffians, Outlook), Aad van Kampen, Roy Nolten (Jivaro's) en Jan Wittenberg.
Doordat een oefenschema van de Koninklijke Landmacht wijzigde zou Henny Boogmans een geweldig feest missen. Afkopen kon niet maar een fictieve trouwerij bracht uitkomst… door één (1) huwelijkskaart te laten drukken waarop de zus van Henny trouwt met een volslagen onbekende man. Henny kreeg drie dagen extra verlof om inderdaad feest te vieren – zij het niet met zusterlief.


Management
eigen haard is goud waard…
Alle organisatorische zaken deden de bandleden met meer of minder plezier zelf. Boekingen werden verzorgd door Jan Klumper die in vijf jaar slechts één dubbele boeking maakte. Zo kwam het dat na het optreden in de Smidse in Wilp er in een noodgang naar het 10-jarig bestaan van KHC in de Lindeboom in Schalkhaar geraced werd.
Binnen 45 minuten klonk de herkenningsmelodie twee maal. In de tussentijd werd er afgebroken, ingeladen, gereden, uitgeladen, geïnstalleerd en bijgestemd. PR kreeg bijzondere aandacht. Niet alleen door de optredens. Er zullen destijds weinig bands zijn geweest die binnen een paar maanden na hun oprichting beschikten over eigen briefpapier en visitekaartjes. Later aangevuld met voorgedrukte contracten, goudbedrukte kerstkaartjes en de al genoemde aankondigingen van fake-trouwerijen.
Dit had niets te maken met het overhebben van geld maar alles met het feit dat de sologitarist leerling typograaf was en zijn tijd (maar meestal die van zijn de baas) vaak besteedde aan gratis drukwerk voor de band. Ben werkte bij Drukkerij Salland, waar ook het Deventer Dagblad gemaakt werd.
Maar hij kon niet verhinderen dat de naam van de band in de 'Wat is er dit weekend te doen-pagina' vaak niet goed gedicteerd werd door de opgever van de advertentie.
Bij namen als De Star Figthers, The Starsighters Staarfaters The Star Fithers The Stargffighters met gitaarbegeleiding' konden de lezers zich nog wel wat voorstellen maar met namen als The Starfi of The Flayters werd het moeilijker om te bepalen waar je in het weekend ging dansen.
Discografie
Geen
Apparatuur
De beginboedel bij de start was zachtjes uitgedrukt nogal vertederend. De sologitarist had van zijn broer een oude gitaar gekregen. Door met dubbelzijdig plakband een elementje aan te brengen kon Ben van Raan versterkt spelen op deze vingertopverwoester.
De slaggitarist was nijver als vakantiewerker aan de slag gegaan en kocht een merkloze electrische gitaar – die het overigens anno 2000 nog goed doet.
Hij speelt erop tijdens het concert van Sixties Alive.
De basgitarist kocht een tweede hands halfakoestische Höfnergitaar.
Verder werd voor f. 165,- een 10 watt zelfbouwversterker gekocht, voor f.60,- een microfoon en f. 65,- een grote luidspreker waar een timmerman voor f.20,- aan materiaal (veilingkist, triplex en watten (!) een box van maakte. Voor ruim 300 gulden kon de band aan de slag.

Op deze geluidsinstallatie werden de drie gitaren en de microfoon aangesloten – en hiermee werd opgetreden in kleine zalen. (In die tijd konden bezoekers nog tijdens de muziek rustig met elkaar een praatje maken).
De accordeonist speelde op een Hohner en gebruikte tamboerijn of sambaballen voor de nummers waarin de klanken van zijn hoofdinstrument minder gewenst waren.
Van een jongerenvereniging werd voor f. 50,- een vijftigste-hands drumstel van echt nog van voor de oorlog gekocht. Een avondje schuren en verven en Hennie Boogmans kon aan de slag. foto 7
Dit drumstel werd als eerste vervangen door een drumstel ter waarde van f.450,-. De onderhandelingen over de inruil verliepen soepel. In de winkel kraaide de verkoper 'ik geef er ongezien honderd gulden voor'. Dit bod werd meteen geaccepteerd. Toen de muziekhandelaar de andere week het nieuwe drumstel kwam brengen en het oude drumstel zag verschoot hij werkelijk van kleur. Hij wilde het geval niet eens meenemen maar door het ruimtegebrek werd het meenemen afgedwongen.

De verdiensten werden de eerste jaren hoofdzakelijk geïnvesteerd in nieuwe spullen.
De beloning van de bandleden bestond uit 2 x per jaar een groot feest met vrienden en vriendinnen, een etentje en de eerste jaren een gezamenlijke kampeervakantie.
De accordeon werd een Hohner-electronisch orgel, het ratjetoe aan gitaren werd vervangen door een set EKO's en later Burns. De geluidinstallatie werd Dynacord waarbij ieder zijn eigen installatie kreeg.
Het plakboek geeft door een collage een overzicht van de 'eindsituatie'.

Uitzonderlijke geluidstechnici: in 1964 ging de band al draadloos (af)
Noem bij The Starfighters de geluidsmannen géén veredelde pluggensoldeerders en versterkersjouwers. De geluidstechnicus die meestal meeging was Gerard Elzebroek maar ook zijn zwager Huib Barkey ging vaak mee. Beide waren electronici bij de luchtmacht en waren goed voor diverse technische hoogstandjes. Zo bouwden zij een aantal koppen in een oude bandrecorder er er was 'plots' echo. Toen Jan Klumper op zaterdagnacht een versterker uit zijn handen liet glippen, kon er 's zondags toch opgetreden worden. Helaas miste het thuisfront een avondje televisie want daaruit waren een paar onderdelen geleend want 'de band moest toch spelen!'.
Huib was sterk in het experiment. Zo was de band in oktober 1964 naar de Muziekbeurs in Hilversum geweest. Nieuw waren de peperdure draadloze 'zend- en ontvangstinstallaties' voor muzikanten. Een paar maanden later had Huib een set gebouwd zo groot als een pakje sigaretten en voor f.35,-. Tijdens de oefenavond werkte het spul redelijk goed; Huib zou een en ander nog bijstellen en dan zou de band een uitstekende primeur hebben. Het eerste (en enige) optreden in de Smidse verliep teleurstellend. Ben van Raan kwam al spelend op van de andere kant van de zaal triomfantelijk kijkend naar de reactie van de zaal. Maar het publiek dacht aan een flauwe grap. Het veronderstelde dat er achterop het toneel een bandrecorder op een versterker aangesloten was. Ze kregen de stunt pas door toen de frequentie zich niet zo stabiel gedroeg. Het geluid van de sologitaar 'zwabberde' van goed via ruis tot stilte en weer terug. Na de herkenningsmelodie werd snel op het 'ouderwetse' snoer teruggegrepen.

Fotoalbum

Terug naar begin.